Johnny Bekaert is grafisch ontwerper, illustrator en uitgever (Poespa Producties). Onlangs bracht hij Och God! uit. Ik sprak met hem. Finn: Dit is je eerste gepubliceerde doorlopende strip (één plaat per bladzijde), maar ook voordien verschenen er al, om het maar even algemeen te benoemen, ‘tekenprojecten’ van je. Kan je ons hierover iets meer vertellen? Voorstelling in de Sint-Coleta- kerk in Gent.
1 Opmerking
Charles van Wettum - Het zal anders verhalenbundel, 2023, uitgeverij Muttew (selfpub), 114 bladzijden, te koop op Amazon ACHTERFLAP De tien verhalen in deze bundel zijn science fiction. Soms met humor, soms met een bijzondere twist – maar altijd met iets om even tot je te laten doordringen. Om even over na te denken. Het zijn geen wetenschappelijke artikelen maar verhalen. Het gaat niet om de technische snufjes – al staan die er wel in – maar om de mensen. Over de keuzes die ze maken om het leven betekenis te geven. Over hoe ze gelukkig willen zijn. De verhalen zijn soms leuk en ontspannend, soms beangstigend en soms ook een beetje verdrietig. Dat hoort allemaal bij het leven. BESPREKING SF-auteur Charles van Wettum is een van de productiefste auteurs van het moment. Hij publiceerde onlangs de boeiende en originele roman Kwantumschuim (recensie volgt). Momenteel is hij hard aan de slag met een ander groot schrijfproject. Tussendoor pent hij korte verhalen. Tegenwoordig probeert hij 2 verhalen per maand te schrijven, wat een stevig gemiddelde is. Zo publiceerde hij onlangs nog een leuk verhaal op Wattpad getiteld ‘De grote jacht’, een SF-tribuut aan Herman Melvilles Moby Dick. Je leest het hier. Tel daarbij de verhalen die eerder verschenen, en dan merk je dat Charles al een mooi oeuvre bij elkaar schreef. Een tijd geleden schreef ik al voor het fijne blad Fantastische Vertellingen een recensie van Het zal anders. Een mooie titel trouwens, die me wat doet denken aan de fraaie SF-bundel Er zal eens… van Anaïd Haen en Django Mathijsen (2020, Zilverspoor). Ik breng graag Charles’ bundel opnieuw onder de aandacht met een herbespreking, gebaseerd op een tweede lezing van zijn bundel. Charles is – gelukkig! – niet het soort auteur dat twee- of driemaal hetzelfde type verhaal schrijft. Zeker, hij is into ‘hard SF’... of daar staat hij toch voor bekend. Maar bijvoorbeeld zijn vlot geschreven SF-whodunit-bundel Sherlock & Rex, de dokter in het donker (St. Fantastische Vertellingen, 2023) laat toch vermoeden dat Charles veel breder gaat dan enkel ‘hard SF’. En jawel, een tweede lezing van Het zal anders bevestigt voor mij deze aanname. Laat ons een kijkje nemen naar de verhalen in de bundel… ‘Teruggaan valt niet mee’. De filosofische overpeinzingen zijn pas voor later in de bundel, want Charles valt meteen met de deur in huis: non-stop actie die begint in… een supermarkt? Heerlijk doordeweekse locatie om een multiversumverhaal mee te beginnen. Greg lust nog wel een pizza. Dat hongerke, zoals we dat zo mooi in het Vlaams zeggen, is het begin van een doldwaas avontuur, dat de lezer lekker entertaint. Gregs oog valt op een bijzondere spiegel in de winkel. Als hij die vastneemt, valt hij er pardoes door. Strange dimensions await! Enkel de wiskunde kan hem redden, zo blijkt. Snedig geschreven, geen enkel dood moment in het verhaal. Een mooi eerbetoon ook aan H.G. Wells’ The Time Machine. Ook bij deze herleesbeurt schoot ik in de lach bij de laatste zin. Charles heeft een goed gevoel voor humor, zoveel is zeker. ‘Datazee’ (eerder verschenen in het SF/F/H-jaarboek Ganymedes-21). Een mooie instap in wat ik graag het Wettumverse noem. Het internet van de toekomst is alomtegenwoordig en heet ‘datazee’. Enkele belangrijke elementen uit dit verhaal, veelal worldbuilding, kome, terug in andere vertellingen van Charles, zowel in deze bundel als in andere verhalen van zijn hand. Het is dan ook beslist een meerwaarde om in Charles’ oeuvre deze rode draad te volgen naar allerlei verrassende plekken. Heel geslaagd in dit verhaal is de hoofdpersoon, of moet ik ‘hem’ de hoofdpersonen noemen? De geïntegreerde persoonlijkheden Waltz en Mazurka (ha, die namen, hoe leuk), die het normaal gezien zo goed met elkaar kunnen vinden, zijn in conflict geraakt. Het gaat om, of all things, auteursrechten. Enkel de AI-servicerechtbank kan verlossing brengen… Charles’ prognose van hoe het internet zich ontwikkelt, lijkt me een goede inschatting. Ook de innerlijke strijd ‘tussen’ de bipersoon wordt goed weergegeven. Het einde van het verhaal is verrassend. Ja, daar is Charles goed in. Het verhaal stemt tot nadenken: de auteur zegt hier rake dingen over eenzaamheid, vind ik, en hoe moeilijk het is om daarmee om te gaan. ‘Alleen zijn’, dat lijkt in de toekomst een marteling – de maatschappij is er niet op ingericht. ‘Crathos’. Hoewel de bundel bestempeld wordt als SF, is dit eerder een fantasy-verhaal, met een gepast licht gezwollen stijl. Toch blijven Charles’ zinnen helder en overzichtelijk; hij trapt niet in de val van het purple prose (dat de schrijver van deze recensie helaas al te bekend is van zijn eigen schrijfsels…) Het helpt zeker dat Charles niet vaak een bijzin gebruikt als hij er ook gewoon een aparte zin van kan maken. Daar kunnen we met zijn allen nog wel iets van leren. Goed dus, dat evenwicht tussen toon en stijl. Het verhaal is gauw verteld – en daarom vertel ik het beter niet! Laat het me hierbij houden. De machtige strijdster Crathos voelt zich in de steek gelaten. Wie moet het ontgelden? Ook hier weer wordt de lezer vergast op een onverwachte afloop. ‘Hoe Henri zich ontwikkelt’. Emoties, zeg je? Ja, daar hou ik ook wel van in verhalen. Het is te zeggen: de emoties die een verhaal bij een lezer kan oproepen. De zieleroerselen van de personages zelf hoeven wat mij betreft niet uitgebreid neergepend te worden. Nee, laat alles maar duidelijk worden door de actie. Henri’s moeder en vader hebben het niet makkelijk: een hypochonder en een autist (zo benoemd in het verhaal) met een kind, maar laat ons vooral niet aan labeling doen. Twee goedbedoelende ouders die het niet onder de markt hebben met hun baby. Wat opvalt, is dat Charles treffend de gezinsdynamiek beschrijft. Je voelt als lezer goed aan wat precies de verhouding is tussen de vader en de moeder, wie op welk vlak (om even een lelijke uitdrukking in dit verband te gebruiken) de overhand heeft. De zorg voor baby Henri overheerst hun leven. Hij ontwikkelt zich zo snel. En in de buitenwereld gaat het ook al niet goed. Het toenemende aantal zwaartekrachtgolven baart zorgen. Dat is dus meteen het thema van dit verhaal: angst en hoe ermee om te gaan. Ik leefde echt mee met de hoofdpersonen, ook bij deze tweede lezing. Missie geslaagd. ‘Verstrengeling’. Ook in dit verhaal openbaart Charles een stukje van zijn Wettumverse. Deze vertelling – komt ie! – verstrengelt op onnavolgbare wijze een bijbels verhaal met geloofwaardige SF-technologie. De gevoelens van de hoofdpersonen zijn zo puur dat ik me bij het lezen enigszins schaamde over het feit dat ik dacht: ‘Waar trappen jullie nou in?’ En daarmee bedoel ik de hoofdpersonen. Zo ontstaat een mooie dialoog tussen het verhaal en de lezer, vind ik. Natuurlijk zal niet iedereen het verhaal op deze manier ervaren. Het hangt er maar vanaf hoe cynisch of optimistisch je bent in het echte leven, denk ik dan maar. Mooie bonus in dit verhaal: een goed gebruik van afwisselende vertelperspectieven. Houdt het verhaal levendig. Zorgt voor vaart. En nergens verliest Charles het overzicht uit het oog. ‘Bijles’. Een wrange bespiegeling over verliefdheid. Ik weet niet of Charles bewust ‘Verstrengeling’ en ‘Bijles’ na elkaar plaatste, maar voor mij werkt deze – even tonen dat ik graag Scrabble speel – juxtapositie wel. De Chinese Chyou en de westerse ik-figuur lijken het wel met elkaar te kunnen vinden, daar op de maan. Maar kunnen ze hun cultuurverschillen overwinnen, dat is de vraag. ‘Liefde is een dimensie,’ zegt Chyou. Tja, wat moet je daar als verliefde Anglo mee? Dit verhaal levert een scherp commentaar op leidinggeven: hoe doe je dit op een integere manier? ‘Big Bang’ (eerder verschenen op Out Of This World in het kader van de schrijfwedstrijd Big Bang, onder de oorspronkelijke titel ‘Geboorte’) Een neootje (denk aan een soort baby, en denk dus ook aan Henri hierboven) moet in de Korf een universum kiezen. Daar ligt dan zijn bestemming. Charles werkt goed de hiërarchie in de Korf uit. Je krijgt als lezer een volledig beeld van de ‘samenleving’, for lack of a better word. Ik beschouw dit verhaal eerder als een filosofische bespiegeling, met een warm kloppend hart. Wat is de waarde van perfectie? Die vraag kwam bij me op bij het lezen. ‘Uit Afrika’. In een onder water gelopen wereld houdt Becca zich staande in een kleine gemeenschap. Ze wil een kind, maar mag ze wel kiezen wie de vader wordt? De worldbuilding is hier perfect geïntegreerd in het plot. Dit is het kortste verhaal in de bundel. ‘Dat maakt ons mens’. Ik kan me geen andere titel dan deze voorstellen voor dit verhaal. Is het mogelijk om in een wereld waarin emoties sterk gereguleerd worden en ieder (of beter: iedere deelpersoonlijkheid) de ander in evenwicht houdt – denk ook aan de bipersoon in ‘Datazee’ – nog echt mens te zijn? Een noodsituatie verstoort het delicate evenwicht. Javi/Donna moet(en) moeilijke keuze maken… Dit verhaal is knap uitgewerkt als je bedenkt hoeveel verschillende deelpersoonlijkheden in gesprek gaan in het begin van het verhaal. Alweer weet Charles als verteller het overzicht te behouden. ‘Wolken van Jupiter’. Zoals ik al aangaf in mijn bespreking van deze bundel voor Fantastische Vertellingen, is het slotverhaal voor mij het kroonjuweel van deze uitgave. Mijn mening hierover is niet veranderd. Dit verhaal leest als een volwaardige roman, ondanks de beperkte lengte. Het bejaarde echtpaar Harald en Jocky bestudeert de Jupiterwolken. Alleen wil de boel al een hele tijd niet meer vlotten: er is geen nieuw bewijs gevonden van leven op de planeet. Het project loopt onvermijdelijk op zijn einde. Als lezer kan je een mooie parallel trekken met de relatie tussen Harald en Jocky: zij moeten steeds maar verliezen incasseren. Voor wie is dit het schrijnendst? Voor Harald die zich pijnlijk van alles bewust is? Of voor Jocky, die alles noodgedwongen heeft moeten loslaten? Charles beschrijft op monumentale wijze de liefde van een echtpaar in moeilijke omstandigheden. Razend knap. Het zal anders is een gevarieerde bundel, Charles is een originele verteller. Ik kijk uit naar ander werk van hem. Aanrader. Onlangs begon ik met het schrijven van ZEVENZEVENs. Dat noem ik tekstjes van 77 woorden, naar mijn geboortejaar. De ZEVENZEVENs die met fantastiek te maken hebben, komen op Out Of This World terecht. Daarvan heb ik er momenteel drie: een sprookje, een horrorverhaal en een weird story. Op Verhalen uit Vreemde Oorden plaats ik dan de ZEVENZEVENs die buiten de SF/F/H vallen. Hieronder vind je er alvast een. Sinds kort schrijf ik ook gedichten, maar alles wat klaar is, is op dit moment ingestuurd naar bladen en voor wedstrijden. Ik hoop wel ook later gedichten hier te plaatsen.
Verloren voorwerpen (ZEVENZEVEN) Een verbleekte regenboog aan brooddozen. Winterjassen houden zich op de achtergrond, beschaamd over hun prijs. In de hoek treurt een gymzak. Schoolse zorgen, netjes opgeborgen in een onverstoorbaar rek. Drukkende stilte in de inkomhal. Eén juli, drie uur. Buiten is het ongenadig warm. Spaß muss sein: strandvoetbal, sigaretten, energiedrankjes – lekkers voor de jeugd. Een enkeling heeft huisarrest na de proefwerken: FIFA23 achter gesloten gordijnen. Op de desolate speelplaats veegt de klusjesman de directeur bij elkaar. Het zomert. Frank Beckers van Out Of This World schreef volgend UKV, dat buiten het fantastische genre ligt. Daarom mag ik het op Verhalen uit Vreemde Oorden posten. We gaan normaal gezien in de loop van december of januari)'pro' met OOTW (betalende versie) en creëren dan waarschijnlijk een nieuwe rubriek daar, 'OOTW gaat breed', waarin we ook literaire bijdragen buiten de SF/F/H zullen publiceren. Hieronder is Franks UKV 'Denken of niet denken'. Veel leesplezier.
Frank Beckers - Denken of niet denken Plots schoot hij wakker. Een blik op de wekker leerde hem dat het al midden in de nacht was. Ineens bekroop hem een akelig gevoel. Er was iets loos, ja er was iets vreemds aan de gang. Heel bizar, hij wist het opeens allemaal niet meer. Wat herinnerde hij zich wel nog? Niets. Helemaal niets. Waar was hij? Lag hij wel in zijn eigen bed in zijn eigen huis? Hoe heette hij? Waar was hij geboren? Hoe oud was hij? Had hij werk en wat voor werk was dat dan? Was hij getrouwd en had hij kinderen? Leefden zijn ouders nog? Had hij broers en zussen, neven en nichten? Op geen enkele vraag kende hij het antwoord. Wat wist hij? Wat moest hij doen? Wat mocht hij hopen? Wie was hij? Geen naam, geen familie, geen geschiedenis, geen verhaal, niets schoot hem te binnen. Evenmin kon hij zich een gezicht voorstellen, niet van een familielid, niet van een vriend, niet van een buur, niet van een collega. Alles was blanco. Zijn geest was leeg. Moest hij nu panikeren? Wat kon hij doen? “Rustig blijven,” vermaande hij zichzelf. “Ik denk, dus moet ik zijn… toch?” dacht hij. Maar de twijfel overviel hem. Dacht hij wel? Denken doe je steeds aan iets concreets en hij kon zich niets inbeelden, niets herinneren en zelfs zijn gedachten aan zichzelf bleven leeg. Alles was weg. “Ik denk niet, dus ben ik niet…” Neen, dat is een kromme redenering, dat is een denkfout, begreep hij. “Ook als ik niet denk, ben ik.” Dat is nu eenmaal zo. Denken of niet denken doet er dus niet toe. Daarmee verloor de vraag of hij nog wel dacht aan betekenis. Zo was hij toch van één probleem verlost. Deze laatste gedachte troostte hem en met een gerust gemoed viel hij weer in slaap. In januari besprak ik op Hebban de uitmuntende historische novelle 'De Kwartiermaker' van Juul Martin Williams. Ik voegde vandaag deze bespreking toe op mijn eigen website.
Zoals eerder deze week beloofd vinden jullie twee nieuwe recensies op mijn website. Ik bespreek 'De twaalfde Saturnusmaan' (2020, SF) van Johanna Lime en 'Dodelijke cocktail' van Nadine Barroso (2023, thriller). Ik vind beide boeken stevige aanraders. Lees er meer over in de recensiesectie.
Hartelijke weekendgroet uit Vreemde Oorden! Finn Deze week post ik heel wat recensies van boeken die ik de voorbije tijd las. Het gaat om een thriller, een SF-roman en liefst vier SF-verhalenbundels.
Naast de samenstelling van bloemlezingen voor uitgeverij Poespa Producties in Gent ('Bang voor spoken?' en een nog titelloze 'Alice in Wonderland'-bundel) stop ik veel tijd in de SF/F/H-website Out Of This World (met name auteurs aanspreken voor verhalen en interviews) en de promotie en redactie van het eerste deel van In Tenebris, de nieuwe boekenreeks rond fantastiek. Daarnaast heb ik een project met Ralph Mulder lopen. Ralph schreef een leuk verhaal voor de 'Alice in Wonderland'-bundel, dat we samen redigeerden. Deze samenwerking beviel ons zo goed dat we nu ook zijn manuscript voor een spannend jeugdboek redigeren. Verder werk ik samen met Bruno Lowagie. We zijn elkaars proeflezer. Hier leren we allebei veel van bij. Bruno won laatst nog de Thé Tjong-King Award, een schitterende prestatie! Bruno schreef al heel wat verhalen; het is een plezier om die samen met hem te analyseren. Hij heeft ook een uitstekend inzicht in mijn verhalen. Ik werk momenteel met veel plezier ook met andere proeflezers en auteurs samen rond mijn en hun verhalen. Lekker drukke tijden!
De voorbije tijd was ik hard op zoek naar gastauteurs voor Out Of This World, de website voor SF/F/H en (ruimte)wetenschap. Het gaat vlot. We hebben intussen voor meer dan de helft van de zomer verhalen binnengekregen. Maar er mogen zeker nog verhalen bij! Ideaal zou zijn als we verhalen kunnen inplannen voor de hele zomer (juli-augustus, 9 weken of 18 verhalen). Ik wil iedereen bedanken die al een verhaal instuurde. We (Frank Beckers, Patrick Van de Wiele en ik) plaatsen nu telkens op dinsdag en vrijdag een verhaal. We hopen dat publicatietempo te kunnen aanhouden de komende maanden. Wij vinden het belangrijk dat auteurs een platform krijgen voor hun verhalen. Frank en Patrick blijven natuurlijk intussen nieuws en recensies posten. En ik zou graag een interviewsectie beginnen op OOTW in de loop van de zomer. Leuk voor auteurs, leuk voor lezers. En een 'auteur van de maand'. Onze website : outofthisworld.nl (ook nog bereikbaar via ootw-magazine.weebly.com) Bedankt, Frans van der Eem, voor de kortere url! En voor je goede raad over wat we aan de website kunnen verbeteren! Ook Guido Eekhaut en Deborah van Duin bezorgden ons heel waardevolle tips. Dank je! Een overzicht van alle reeds op OOTW verschenen korte verhalen vinden jullie hier : https://sfcafeleuven.jouwweb.nl/archief-2/verhalen Verder is het vooral heel druk met de bundels die ik samenstel. De spookverhalenbundel ('Bang van spoken?') loopt lekker met intussen 16 ingeleverde verhalen en 24 bevestigde auteurs. Ik lees met plezier alle verhalen na en redigeer (een klein beetje) waar nodig. De uitgever, Johnny Bekaert, en ik bekeken deze week al mogelijke covers. Bruno Lowagie maakte al een voorbeeld van hoe het eBoek er kan uitzien. Johnny en Bruno zijn een enorme hulp bij het samenstellen van de bundel. Mijn eigen werk in de bundel (een verhaal en binnenkort een inleiding) laat ik trouwens redigeren door Natascha van Limpt. De line up is als volgt : Bruno Lowagie, Filip P.G. Camerman, Frank Beckers, Frank Roger, Peter De Backer, Charles van Wettum, Johan Klein Haneveld, Pen Stewart, Patrick Van de Wiele, Frans van der Eem, Mike Jansen, Laura Scheepers, Morgan Blade, M.G. Crow, Katrien Ricart, Luc Geraert, Tim Therry, Jaap Boekestein, Tais Teng, Isabelle Plomteux, Karel Smolders, Liesbeth Jochemsen, Dimitri Balcaen en ikzelf. Ik zorg daarnaast voor een inleiding (de geschiedenis van het spookverhaal). Daarnaast startte ik een 'Alice In Wonderland'-bundel op. Publicatiedoel 2025. Ik zoek nog een uitgever de komende tijd. Geïnteresseerden mogen zich melden. Bevestigde auteurs zijn : M.G. Crow, Ellen Kusters, Charles van Wettum, Johan Klein Haneveld, Anna Mattaar, Mathias Maho, Alexander Olbrechts, Natascha van Limpt, Liesbeth Jochemsen, Laura Scheepers, Marleen Oosterbaan, Pam Hage, Frans van der Eem, Rebecca Palmas, Anna Lopez Dekker, Heleen van den Hooven, Kirstin Rozema, Mike Jansen, Tais Teng, Aysline McGrath, Ralph Mulder, Cecile Koops, Jasper Polane, Hanneke Simons, Pen Stewart en Nel Goudriaan. Nog twee andere steengoede auteurs kijken of ze zullen deelnemen. Ze zijn van harte welkom! Een heel mooie en gevarieerde line up dus. Ik ben heel trots te mogen samenwerken met zoveel getalenteerde mensen voor de twee bundels. Verder verzorgde ik in Vlaanderen wat de coördinatie van de Piet Apol-bundel, een idee van Rob Geukens. Ik contacteerde verschillende auteurs om te zien wie interesse had om een verhaal in de trent van deze vergeten Nederlandse auteur (gestorven in 1957) te schrijven. Apol schreef verbeeldingsliteratuur die met momenten naar het absurde neigde. Ook Nederlandse auteurs werken mee aan de bundel. Johan Klein Haneveld bijvoorbeeld. Ik wil zelf nog een verhaal schrijven voor die bundel, maar dat gebeurt pas deze zomer. Vorige week hield ik een lezing en een mini-workshop voor een groep creatief schrijven in Gent. Dat was heel aangenaam. Eerst ongeveer twee uren gesproken over Nederlandstalige fantastiek (van Gent over Vlaanderen naar Nederland). Daarna een workshop over spookverhalen. Leuk! Dank je, Jeroen Theunissen, voor de uitnodiging. Daarnaast blijf ik natuurlijk promotie voeren voor In Tenebris, het nieuwe tijdschrift voor Vlaamse fantastiek. Het eerste nummer (met als thema 'de Gentse fantastiek') verscheen begin mei, met een sfeervolle presentatie in de stadswinkel onder het Gentse belfort. Intussen zijn we anderhalve maand verder. Wat gaat het snel! Heel leuk voor In Tenebris is dat ik de kans krijg om de auteurs te interviewen die aan het eerste nummer meewerkten. Dit is het FB-profiel van In Tenebris : https://www.facebook.com/profile.php?id=100092365042967 Wil je een exemplaar? Dat kan via een mailtje naar [email protected] Ook te bestellen via Standaard Boekhandel (ongeveer 3 weken wachttijd) of door een bezoekje aan striphandel De Poort in Gent. Het schrijven staat door al die drukte momenteel op een laag pitje. Mijn laatste wapenfeiten zijn een verhaal voor Ganymedes 23 (duimen maar) en Waterloper (idem). Daarnaast schreef ik nog een humoristisch verhaal genaamd 'Een Auteur spreek' ('Auteur' met hoofdletter!) Het is meer een korte schets. Ik stuurde het in naar Portulaan. Afwachten maar. Oh ja, ik schreef ook een recensie van Charles van Wettums bundel 'Het zal anders' voor het volgende nummer van Fantastische Vertellingen. ik zou graag hetzelfde doen voor 'De laatste detective' van Johan Klein Haneveld. Twee boeken die ik met veel plezier las. Ik heb wel veel losse notities verzameld voor andere verhalen de voorbije tijd, maar eigenlijk zou ik een week al mijn andere bezigheden moeten stopzetten om gewoon eens lekker door te schrijven. En boeken te lezen! Deze zomer kijk ik onder andere uit naar het lezen en recenseren van Frank van Dongens trilogie 'De ontdekking van de mens' en van de 'Interplanetair'-trilogie van Johanna Lime. Daarnaast heb ik nog zeker dertig andere boeken liggen die smeken om gelezen te worden. In juni en juli doe ik overigens ook jurering voor een verhalenwedstrijd. Het is een voorrecht om zoveel mooie verhalen te kunnen lezen. Tot gauw! Een hartelijke groet uit Vreemde Oorden Finn [Ik zond mijn wedstrijdverhaal voor Big Bang Kort Leuven, 'Li Han is having a bad day', in voor EdgeZero. Een mooie gelegenheid om het verhaal nog eens te posten.]
Knaldrang! Li Hans ruimteschip schoot met een rotvaart naar Confucius bis. Na eindeloze maanden in de Overseer keek Li uit naar wat ontspanning op een toeristisch plekje. Waar was je tegenwoordig nog veilig voor doemdenken? Als je hele werkdag bestond uit het monitoren van rampen die op het punt stonden te gebeuren, kon je wel wat afleiding gebruiken. Steeds maar die Derde Knal afwachten, ze kreeg er een punthoofd van. Bij de grote god Kongzi, ze mocht vooral niet aan de job denken nu. Langzaam schudde Li haar hoofd en masseerde ze haar nek. Nee, rusten moest ze… Ze maakte zich op voor heerlijk lang dobberen in de hete maar gezonde zwavelbaden, zwemmen in de Vesuviuspoel en heel wat dampsessies in een van de geurige kruidenkamers. ‘Confucius bis: waar vergeten een must is.’ Zo luidde de slogan die elk uur op de ticker onderaan een van de vele schermen op het controlepaneel van Li’s werkplek de Overseer verscheen. Want één ding was zeker. Daar waar de catastrofe lonkte, was reclame alomtegenwoordig. Exotische bestemmingen zoals Confucius bis boden bezorgde mensen een tijdelijke uitweg. Vele onderzoeksteams hadden research gedaan naar wat toerisme in tijden van algeheel onbehagen betekende. En vooral hoe het Regime dat toerisme kon gebruiken om de interplanetaire bevolking, dat miserabele hoopje mensheid, in het gareel te houden. Waar de grote god Kongzi niet kon baten, bood de wetenschap een oplossing. Wie weet was dit wel het ultieme antwoord van een bang volk: religie en wetenschap gingen hand in hand. Het Regime maakte dankbaar gebruik van deze Twee Paden om aan de macht te blijven. Maar genoeg nagedacht! Dit was net waar het niet om draaide, wist Li. Elke gedachte moest geband worden de komende tijd. Om helemaal opgeladen op de Overseer te verschijnen en daar snel te kunnen reageren op wat de Kosmos allemaal op haar afvuurde, was complete ontspanning een must. Confucius bis was zo’n plek die speciaal voor dit doel gecreëerd was. Je baadde er, je zwom er en je snoof je helemaal suf. Media waren er verboden. Geen nieuws uit de boze buitenwereld! Het ging zelfs zover dat er op Confucius bis een strikt communicatieverbod gold. Sinds de vorige Grote Knal - the big number two die iedereen had getraumatiseerd - werden praten en schrijven sterk ontmoedigd buiten de werkuren. Communicatie moest vooral functioneel zijn. Dat paste goed in de plannen van het Regime. Steeds meer plekken werden communicatievrij. Slimme marketing afficheerde verdwazende oorden zoals Confucius bis als heilzaam. Li had er vroeger het hare van gedacht. Kritisch denken was de aard van het beestje. Maar de laatste tijd had het eentonige werk op de Overseer haar zo afgestompt dat ze open stond voor totale rust. Fysieke rust, mentale rust. Gewoon. Niet. Denken. Niet. Praten. Enkel. Zijn. Want hoe kon je je anders als nietige mens opstellen tegenover de onverschillige Kosmos? Dit was geen gastvrije omgeving. Levende wezens waren een toevallige samenloop van omstandigheden. Enkel de grote god Kongzi verzachtte de droeve levensloop in een Kosmos waarin tegenslag na tegenslag al wat ademde uitputte. Tot alleen nog de mens was overgebleven. Waar waren de paarden, de otters, de kikkers, de insecten? Weggevaagd door de vorige Grote Knal. Enkel de mensheid was hier achtergebleven. De leer van Kongzi stelde dat al wat hier verdween, weggeslingerd was naar een betere plek, sterrenstelsels die onbereikbaar waren voor de mensheid. Hoe zouden de dieren het ginds met elkaar vinden, zo zonder hun vroegere meesters? Nee, dit lukte echt niet. Li bleef maar nadenken terwijl ze Confucius bis steeds groter zag worden op haar controlepaneel. Ze trok haar handschoenen aan en klopte het deksel van het noodcompartiment aan diggelen. Daar lag de injectienaald die verlossing bood bij plotse angstaanvallen. Het Regime verbood een regelmatig gebruik van de naald omdat ze de levensduur van de gebruiker aanzienlijk inkortte. Hoogstens eenmaal per maand mocht je jezelf injecteren. Een flinke hoop credits ging dan van je rekening. Gelukkig had Li op haar lange omvaart in de Overseer een boel credits bijeengespaard. Het was niet alsof er aan boord tijd voor ontspanning was. Bij de astronomisch hoge rekening van haar verblijf op Confucius bis vielen de kosten van deze injectie in het niet. Een slaperig gevoel maakte zich van Li meester. De vloeistof had vrijwel meteen effect. Li merkte nauwelijks hoe het ruimteschip de dampkring penetreerde en na korte tijd zachtjes landde in een pastoraal landschap. Natuur was een luxe waarvoor vermoeide techneuten graag betaalden. Bezoekers wilden waar voor hun geld, dus al bij de landing moest het paradijs binnen handbereik liggen. Li daalde met onzekere tred de ladder af. Ze ademde diep in. Zachte lucht met een vleugje lavendel vulde haar longen. Dat deed deugd! Nog aangenaam suf van de injectie haalde ze haar omnikaart boven om aan de terminal haar identiteit te bevestigen. Een AI-stem heette haar welkom. Ze moest zich bedwingen om niet te antwoorden. Praten was het privilege van machines op Confucius bis. Hier waren alleen gasten, er was geen menselijk personeel. Li slenterde naar het eerste gebouw dat ze zag. Voor een verkenning van de omgeving had ze geen energie. De grote poort van het gebouw ging automatisch open en toonde haar een kruidenkamer. Tijd voor haar eerste snuifsessie. De walmen van bijzondere kruiden als Herba Callistinensis en Herba Deimosis brachten Li al snel tot een extase die ze veel te lang had moeten missen. Na drie dagen had Li nog geen andere gasten ontmoet. Vreemd. Maar wel net zo handig want Li vermoedde dat ze het praten moeilijk had kunnen laten. Zei je twee zinnen, dan trok de AI je omnipas in. Daar stond je dan terug op je landingsplek naast het resort, vele credits armer en met een zee van tijd die zich niet liet vullen. In dat geval moest je het stellen met de noodmaaltijden in je schip. Dagenlang, soms zelfs wekenlang moest je dezelfde kost kauwen. Voortijdig vertrekken was verboden zolang je boeking liep. Ja, streng was het Regime wel. Enkel een harde hand kon de bevolking geruststellen. Niets van dat alles zou Li hier meemaken. Nog geen woord had ze gezegd. Li had gevreesd veel te zullen nadenken, maar na de injectie viel dat reuze mee. En hoe intenser haar snuifsessies in de kruidenkamer werden, des te kalmer voelde Li zich. Na de zesde sessie was ze zo ontspannen dat het gloeiend hete zwavelbad waarin ze dobberde haar lichaamstemperatuur maar met een luttel graadje verhoogde. Slaperig keek Li over de rand van het zwavelbad terwijl haar voeten zachtjes heen en weer wiegden in de hete brij. In de verte, bij een troepje kunstbomen, doemde een figuur op. Gisteren nog zou Li zich meteen uit de poel hebben gehesen, maar nu ging ze even kopje onder en nam ze de tijd om deze nieuwe ervaring rustig in zich op te nemen. Na een poos dreven haar glinsterende haarslierten naar het oppervlak. Kalmpjes kwamen haar parelende voorhoofd, haar grijze ogen en haar bevallige neus boven water. Pas toen ze opkeek, merkte Li dat een rode regen op haar viel. Naast het bad stond de onbekende figuur, die naar de hemel wees. Het was een man! Hoelang was dat niet geleden. Op de Overseer werkten enkel vrouwen. Ze zag dat hij gewond was. Hij keek haar aan en begon hees te stamelen. ‘De Derde Knal is begonnen! Ze stuurden me om de gasten te evacueren. Haast je uit het zwavelbad.’ Zijn woorden drongen niet tot haar door. Ze registreerde enkel dat hij sprak. Bliksemsnel stuurde de AI drones op de bloedende man af. Ze tilden hem zonder pardon op en voerden hem weg naar de uitgang. Een aanzwellend geraas vulde intussen de hemel. Boven de lage muur van het resort zag Li naast haar schip nu de spitse neus van een ander exemplaar staan. Het was zwartgeblakerd. Dat moest het ruimtetuig van de onbekende zijn. Toen ze haar ogen dichtkneep, zag ze nog net hoe de man de ladder van haar schip beklom. Hij wenkte haar, maar hij was zo ver weg. Hij opende het luik en stapte in. He, haar schip! Plots voelde Li zich helemaal niet meer zo ontspannen. Een gevoel van rampspoed overviel haar. Li’s lichaam ging in de hoogste staat van paraatheid. Met een schok trok ze zich op uit het zwavelbad. Hijgend zette ze het op een lopen. Ze zag hoe de man voorover viel op het controlepaneel van haar schip en het zo in gang zette. Li keek het schip na en slikte. De AI moest dan maar contact opnemen met de Overseer voor transport. De onbekende man moest een hoge graad hebben, dacht ze terwijl ze rechtsomkeer maakte. Je kon jezelf niet zomaar toegang verschaffen tot eender wiens schip. Daarvoor had je codes nodig. Maar nog voor ze kon raden welke graad de gewonde man had, echoden zijn angstaanjagende woorden door haar hoofd. De Derde Knal? Bij de grote god Kongzi, nee! Hadden Li en haar collega’s het ontstaan van die Knal niet wekenlang gemonitord op de Overseer? Proef na proef, observatie na observatie. In shifts hadden ze de voorspelde locatie van de Knal de klok rond in de gaten gehouden. Toen Li de Overseer verliet, leek alles nog onder controle. Toegegeven, het personeel was vermoeid door het eentonige werk. Verveling was een sluipend gevaar. Maar uit alle rapporten bleek dat de Derde Knal zich pas in een beginstadium bevond. De wetenschappers van het Regime waren er tijdig bij. Nooit zou het laatste ras weggeslingerd worden. Maar toen Li de hemel boven zich zag betrekken, was ze daar niet meer zo zeker van. Terwijl brokstukken naar beneden vielen, liep Li de kruidenkamer in. Ze zoog de geurige lucht tot in het diepste van haar vezels op en wachtte stilletjes het grote niets af. |
AuteurFinn Audenaert rapporteert uit randgebieden van Archives
Februari 2024
Categories |