Binnen zowel de oorspronkelijk Nederlandstalige science fiction als binnen het scheppend werk van Johanna Lime (Marjo Heijkoop, vroeger samen met Dinie Boudestein, die helaas overleden is) neemt De twaalfde Saturnusmaan een bijzondere plek in. Veel auteurs, ook zij die actief zijn in de fantastiek, verwerken al dan niet bewust hun eigen ervaringen en meningen in hun verhalen of boeken. Dit is voor mij echter de eerste Nederlandstalige SF-roman die zo een groot aantal overduidelijk persoonlijke elementen bevat, dat ik het boek beschouw als niet minder dan een regelrechte autobiografie. Uitgeverij AquaZZ geeft dit ook zo mee op de achterflap, weliswaar in de ‘kleine lettertjes’. Een sleutelroman kunnen we het boek dus niet noemen. Het vergt veel durf om je als auteur zo bloot te geven aan de lezer: je laat er op geen enkele manier twijfel over bestaan dat dit boek belangrijke gebeurtenissen uit je leven beschrijft.
Maar De twaalfde Saturnusmaan is zoveel meer. Er is eerst en vooral het SF-verhaal met twee aliens, Sokaris en Kek, die na een eerder verblijf als goden in het oude Egypte nu terugkeren naar de aarde. Ze kijken hoe de mensheid (lees: het mensdom) intussen verder geëvolueerd is. In de tijd van de farao’s was het namelijk nog niet veel soeps. Maud en Dalmar vallen in de huidige tijd op tussen de andere mensen door hun afwijkende, ‘hogere’ hersengolven. Hoe de dames gevolgd en onderzocht worden, is op zich van minder belang, vind ik. Dat deel van het verhaal wordt weliswaar behoorlijk goed neergezet, maar voelt voor mij eerder aan als een geslaagd zij het bij momenten wat schetsmatig uitgewerkt kader waarbinnen de auteur, in vele hoofdstukken die enkel de twee dames volgen, op een veilige manier haar levenservaringen kan delen. Het is opvallend hoe het boek in de markt gezet wordt als SF. Op de cover staan prominent twee aliens (van de dames zien we enkel een stel hersenen) en de titel is lekker ‘essefferig’. Dit is een bewuste keuze van de auteur. Naarmate het boek vordert, wordt de SF-setting wat meer uitgebouwd. Er zijn terugblikken naar het oude Egypte en hoe Kek en Solaris ginds hun rol vervulden. Het zal misschien niet verrassen dat piramiden en navigatie er iets mee te maken hebben. Deze passages spraken me zeker aan. Het ruimteschip komt naarmate het verhaal vordert wat duidelijker in beeld (zij het niet tot in de details) en er is sprake van de ‘spiraal van Galaxis’, een bestaand ideaal waarnaar de mensheid zou moeten streven. Oh ja, er zijn ook morflingen! Vele malen belangrijker dan bovenstaand kader is echter het dagelijkse leven van Maud en Dalmar. En dat is heus geen lachertje. Twee vrouwen die samenwonen en het voor de klas dan wel in het boekhoudkantoor, en later ook in andere beroepsomgevingen, moeten zien waar te maken. Het is beslist geen toeval dat alle autoriteitsfiguren in de beroepswereld van de dames mannen zijn. We volgen Maud en Dalmar in hun strijd om gelijkwaardigheid op de werkvloer, respect voor hun eigenheid (o.a. hoogsensitiviteit is een thema), hun hang naar eerlijkheid en vooral ook in hun zoektocht naar aansluiting bij anderen. Hoewel je merkt dat de vriendinnen zowel voor het goede (gedeelde hobby’s zoals reizen, astrologie en astronomie) als het slechte (moeilijke ervaringen met collega’s en met christelijke familieleden) bij elkaar terecht kunnen, ervaren ze duidelijk een gemis. Ze zijn anders. Waar vinden ze medestanders? Het hoofdstuk dat mij op dat vlak het meest trof, staat voor een stukje los van het boek. Terwijl in de autobiografische hoofdstukken vaak werkervaringen en verre reizen aan bod komen, is er een vrij kort stuk over een nieuwe vriendengroep. Het was het enige moment bij het lezen, waarna ik het boek toch even opzij legde. Vele mensen, ook zij die heel goede vrienden hebben, zullen zich namelijk herkennen in dit hoofdstuk. Iedereen kent wel mensen die niet echt je vrienden zijn, maar jou zien als een soort van tijdelijke uitleenwinkel. Wel, daarover gaat het dus. Dit hoofdstuk is bijzonder treffend geschreven en kristalliseert bij uitstek de wanhoop van de hoofdpersonen. Toch is dit een heel optimistisch boek. Ondanks veel tegenslagen leren Maud en Dalmar vrienden kennen en worden ze (eindelijk!) gerespecteerd in hun waarden. Hier krijgt het SF-kader tenslotte zijn meerwaarde. In het laatste deel van het boek komen de dames oog in oog te staan met Kek en Solaris, die hen voordien altijd stiekem onderzochten. Het is de fijn beschreven omgang tussen deze vier personages die een pleidooi is voor begrip en vriendschap. Het is trouwens opvallend dat de aliens, uiteindelijk toch wetenschappers die elke privacyregel breken, met zoveel sympathie worden geschetst door Johanna Lime. Hun doel is namelijk nobel. Blijft de vraag: hoe zit het met hun invasieve onderzoeksmethode? Een moreel vraagstuk dat op het einde van het verhaal toch even aan bod komt. Na het lezen stel ik me de vraag: heeft dit boek ook bestaansrecht zonder het SF-kader? Zonder twijfel wel! Indien je alle SF-referenties uit het boek knipt, krijg je een mainstream roman (klinkt veel lelijker dan ik het bedoel) die ook zó de boekhandel in kan. Het verhaal van twee vrouwen met een pittige persoonlijkheid en tegelijk een grote kwetsbaarheid in een wereld vol jaloezie en machtsmisbruik is heel herkenbaar. Verliest het boek dan een stukje van zijn eigenheid? Voor de auteur ongetwijfeld wel, want ook in het SF-kader kan ze haar passies kwijt. Zo bezien kan je natuurlijk argumenteren dat dit een autobiografisch boek is op twee niveaus. Blijft anderzijds het SF-verhaal overeind zonder de beklijvende autobiografische passages? Daarvan ben ik minder overtuigd. Het verhaal laat zich dan vrij eenvoudig (te eenvoudig?) samenvatten: aliens onderzoeken mensen. Wel is er dan nog steeds de meerwaarde dat ook in het SF-verhaal gestreefd wordt naar harmonie tussen alle wezens. Tot slot nog een uitweiding over de schrijfstijl. Johanna schrijft heldere, vrij korte zinnen. Barok kun je dit niet noemen. Functioneel wel. De zinnen nodigen uit tot verder lezen en leggen vooral de nadruk op het verhaal an sich. Voor literaire hoogstandjes en lange beschrijvingen moet je hier niet zijn. Door een bewuste keuze voor deze stijl komen de autobiografische elementen des te sterker naar voren. Het zou minder goed uitgepakt hebben als Johanna voor een tranerig relaas had gekozen, waarin ze emoties in eindeloze zinnen analyseerde. Is dit boek een 5/5? Nee, maar door de themakeuze is dit wel een origineel boek dat het lezen waard is, ook als je geen SF-fan bent. Leer je graag een auteur persoonlijk kennen, dan is dit zeker een boek voor jou.
1 Opmerking
Laat een antwoord achter. |
AuteurFinn Audenaert Archieven
December 2023
Categorieën |