Johanna Lime - 'De wording van Chyndyro' (2015, gratis kort verhaal bij de roman 'Schimmenschuw')24/1/2023 https://www.smashwords.com/books/view/705866
(e-book) https://www.artbooksshop.com/a-74217441/young-adults/schimmenschuw-van-johanna-lime/#description (link naar ‘Schimmenschuw’, de debuutroman waarnaar 'De wording van Chyndyro' verwijst) ‘De wording van Chyndyro’ is een bijzonder verzorgde uitgave. Mooie kaft, prachtige kleurrijke tekeningen van draken binnenin. Dit korte verhaal is in meer dan één opzicht de ideale plek om met het werk van Johanna Lime kennis te maken. De auteur (de facto twee auteurs, Marjo Heijkoop en Dinie Boudestein) laat ons kennismaken met mensen, draken en avatars. Het verhaal schetst de ontstaansgeschiedenis van planeten die in de debuutroman ‘Schimmenschuw’ aan bod komen en ook in later werk (twee trilogieën) nog een rol spelen. Het begin van het verhaal biedt de lezer al meteen een mooi dubbel plaatje. Op de vlakten van de planeet Eibor Risoklany ontspint zich een hevige strijd tussen verschillende groepen van mensen en goden genaamd avatars. Onderwijl kijken hoog in de bergen andere avatars en draken peinzend toe. Belangrijker dan de strijd zelf, die buiten beeld blijft, is de vraag hoe het zover is kunnen komen. Hier toont zich Johanna Limes vaardigheid SF met fantasy te mengen. Mensen met magische gaven werden verstoten op Aarde door de bange meerderheid van gewone lui. De bannelingen moesten een ruimteschip in. Deze magiërs landden op Eibor Risoklany, waar de avatars zich bezorgd over hen ontfermden. Maar dit is het soort verhaal waarin niemand ooit zijn lesje leert. De magiërs streden al gauw in groepen onder elkaar om territorium. (“People are people,” zong Depeche Mode jaren geleden al, nietwaar?) Ze verjoegen daarbij onder andere de draken, die vroeger de volledige aandacht van de avatars genoten. Zo kan het niet verder. De avatars zijn de voortdurende strijd beu. Ze willen een nieuw begin maken voor de welwillenden onder de mensen, en wel op een andere planeet. De draken krijgen hiertoe de opdracht elders in het universum een gloednieuwe wereld te scheppen. Een misverstand leidt tot de creatie van meteen zo maar eventjes vijf nieuwe planeten. En nijd zaait de sporen van alweer nieuw ongenoegen in het jonge planetenstelsel. Er is namelijk één draak, Chimaera, die het er bepaald niet mee eens is dat de mensen alle aandacht krijgen van de avatars. Het is heerlijk om lezen hoe deze zwarte draak de boel in de soep laat draaien. Eerst bij het maken van de planeten, waar hij er lekker voor zorgt dat alle draken in tijdnood komen. (Ja, ook in fantasy en SF zijn er blijkbaar deadlines. Nergens valt eraan te ontsnappen!) Nadien regelt Chimaera hoogstpersoonlijk de verzuring tussen de andere draken en de mensen op hun nieuwe thuisplaneet Chyndyro. Dit korte verhaal toont mooi aan waartoe jaloezie, verkeerde interpretaties en hebzucht kunnen leiden. Niets menselijks is de wezens in ‘De wording van Chyndyro’ vreemd. Bij momenten leest deze vertelling dan ook als een fabel. De levenslessen liggen voor het rapen. Johanna Lime bedient zich van een aangename schrijfstijl. Precieze zinnen waarin acties en werelden uit de doeken gedaan worden. Het verhaal gaat goed vooruit. Toch heb je als lezer nergens de indruk dat het ineens met een rotvaart verder moet. Een leuk tempo dus. Johanna Lime combineert uitstekend moraal, intrige en wereldschepping. En hier valt deze laatste term nu eens waarlijk op te vatten in de meest letterlijke betekenis van het woord. Het spreekt voor zich dat ik nu veel zin heb om de standalone roman ‘Schimmenschuw’ te lezen. Dit wordt dan ook het volgende boek dat ik verlekkerd open…
0 Opmerkingen
'Bloedzuigers in de polder' ... kort verhaal 'Dagboek van een Donselaar' (Maarten Luikhoven)24/1/2023 http://www.edge-zero.com/bloedzuigers-in-de-polder/
In 'Dagboek van een Donselaar' van Maarten Luikhoven lijkt de postapocalyptische wereld bedrieglijk eenvoudig. Na een aantal rampen in de heel nabije toekomst (denk aan pandemieën, oorlogen en instorting van de wereldeconomie - het zou zomaar 2023 kunnen zijn) is de wereld ruwweg opgesplitst in mensen, melaatsen en verwilderde dieren. Een groepje mensen verschanst zich in een villa en probeert er stand te houden. Het verhaal bestaat uit dagboekfragmenten van villabewoonster Anne Donselaar in twee grote tijdlijnen. Je denkt als lezer een soort 'The Walking Dead' voorgeschoteld te krijgen, maar naarmate het verhaal vordert, merk je dat het gevaar misschien eerder binnen de groep mensen in de villa schuilt dan daarbuiten. (Heel bijzondere groepsdynamiek!) Er ontwikkelt zich een soort stamgevoel dat alsmaar naargeestiger blijkt naarmate het verhaal vordert. Maarten Luikhoven slaagt met brio in zijn opzet om met bepaalde aanwijzingen het perspectief van de vertelling helemaal op z'n kop te zetten. Met wat voor verteller, wiens gedachtenwereld we op bijna pijnlijk intieme wijze leren kennen, hebben we hier eigenlijk te maken? De aap komt zoals zo vaak pas op het einde van het verhaal uit de mouw. Een meerlagig verhaal dat veel meer stof tot nadenken biedt dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Wat is overleven? Welke offers moeten daarvoor gebracht worden? Ben je nog een individu binnen een stam? Kan manipulatie ook hoofdzakelijk goed zijn? Vragen die ik me na het lezen van de slotzin stelde. http://www.edge-zero.com/bloedzuigers-in-de-polder/
In 'Take it easy' van Rob Geukens, een kort verhaal in de bundel 'Bloedzuigers in de polder' (samengesteld door Mike Jansen), ontdekt de schlemiel Stefan op bizarre wijze de voor- en nadelen van het leven met een parasitaire huisgenoot met de niet zo dreigende naam Walter. (Bij deze een welgemeende sorry aan alle Walters in de Lage Landen die bijklussen als struikrover bij nacht en ontij.) Rob Geukens schrijft vlot en laat humor mooi doorschemeren in zijn levendige verhaal. De raamvertelling light (een collega vertelt over Stefans lotgevallen) werkt goed omdat ze de auteur in staat stelt om vanop afstand Stefans karakter uit te diepen en om commentaar te geven op de lotgevallen van het duo dramatis Stefan+Walter. Net doordat Stefan nauwelijks zelf aan het woord komt en hij de gebeurtenissen vanuit een dubbel perspectief (dat van de collega/verteller en dat van de parasiet) moet ondergaan, komt hij als volkomen machteloos over. De auteur levert doorheen zijn verhaal ook terechte kritiek op het onzekere bestaan in de kantoorjungle, een meedogenloze plek waar hiërarchie een doorslaggevende rol speelt. Je kan je afvragen wat succes en (gespeelde) zelfverzekerdheid nu écht waard zijn in een opgepompte werkomgeving waarin net die waarden zo hoog aangeslagen worden. https://www.quasis.nl/splintersbundel-sciencefiction/
In deze voortreffelijke SF-novelle in de Splinters-reeks van Quasis luidt de centrale zin ‘Niets veranderde, toch was tegelijkertijd niets hetzelfde meer.’ Op basis van deze boeiende premisse waar de paranoia Philip K. Dickiaans afdruipt, construeert Anthonie Holslag vaardig een beklemmende wereld waarin niets is wat het lijkt. Egbert ondervraagt als Wetsdienaar beschuldigden. Vaak gaat het om terroristen. Hij moet bekentenissen zien los te wrikken. Geen ondervragingstechniek is hem vreemd. Hij straalt feilloos autoriteit uit. Waar nodig creëert hij vertrouwdheid. In de kille verhoorruimte waar een televisiescherm voortdurend onheilsberichten braakt, kent hij zijn gelijke niet. En toch … En toch is er iets grondig mis, voelt Egbert. Heeft hij Vera, die hij nu voor zich heeft, niet al eens ondervraagd? En op net dezelfde manier? In een maatschappij waarin mensenrechten nog slechts een verzinsel zijn, ontdekt Egbert langzaam de verschrikkelijke waarheid. Anthonie Holslag trekt je meteen mee het verhaal in. Hij beheerst de kunst met sobere maar trefzekere zinnen een hele wereld op te roepen. Zijn plot is goed doordacht. Van deze auteur wil ik beslist meer lezen. https://www.godijnpublishing.nl/galerij-en-webshop/godijntje/plastic-vriend/
https://johankleinhaneveld.blogspot.com/ Bauw. Alles is blauw. De schier eindeloze lucht boven je. Het water dat zacht klotst. Daar zit je dan. Moederziel alleen op een vlot midden op zee. Oh wacht, je denkt aan zo’n wrakkige constructie die het restproduct is van een scheepsramp. Neen, in Johan Klein Hanevelds mooie novelle ‘Plastic vriend’ zit je op een vlot om u tegen te zeggen. In één stuk geprint. Netten om plastic in te vangen. Algen in zakken. Een computerbril en een fluistermotor. Maar toch dobber je daar maar rond in het zilte nat. Of vind je dat wel best zo, in je uppie in het grote niets? Dan ben je zoals Matthijs Waaldrop. Deze plasticvisser heeft niet zo graag volk om zich heen. Ja, een kort verblijf in een soortement hotel op zee, dat lukt nog net. Liever zamelt hij echter plastic in op z’n eentje. In een grotendeels ondergelopen Nederland kan je daarmee energie opwekken. Of het als grondstof gebruiken om onderdelen mee te printen. Het is dus een gewild goedje. Maar op zee stoot Matthijs op iets dat nog veel gewilder is … een heuse plastic vriend. Eens de landrotten aan de weet komen dat Matthijs een ontdekking van jewelste gedaan heeft, gaan de poppen aan het dansen. Johan Klein Haneveld weet in deze novelle goed actie met emotie te vermengen. Deze sterkte van hem viel me al op in het vorige boek dat ik van hem las, ‘De mens een sprinkhaan’. In het begint ontwikkelt het verhaal zich aan een vrij rustig en aangenaam tempo. We leren op ons gemakje de personages kennen, net als de licht bevreemdende wereld waarin ze zich staande houden. Eens de vijand opduikt, gaat het tempo lekker strak de hoogte in. Een martelscène wordt bijvoorbeeld heel intens, maar niet afgrijswekkend beschreven. Maar meer nog dan de snedige actiescènes genoot ik van de emotionele band die ontstaat tussen Matthijs en zijn titulaire vriend. Het is wondermooi om lezen hoe Matthijs, een eenzaat pur sang, al heel snel warme gevoelens ontwikkelt voor zijn nieuwe kompaan. Die laatste deed me sterk denken aan een huisdier, iets waarmee je bij mij per definitie scoort. Na zoveel leesgenot bij een duidelijk geslaagd verhaal waarin een pregnante maar verteerbare ecologische boodschap verwerkt zit, is het wel erg ruw ontwaken bij het nawoord. De auteur schreef het boek in 2018. Intussen is het boek dus alweer vijf jaar oud. Het cijfermateriaal dat aangehaald wordt in het nawoord om de toch wel hallucinante klimaatsituatie te schetsen, is intussen helaas voor een stuk achterhaald. Graden, jaartallen. Pas op, het kan nog (net?), maar de kansen zijn aanzienlijk geslonken tegenover de vooruitzichten ten tijde van 2018. Des te opmerkelijker is het dat Johan Klein Hanevelds mobiliserende en optimistische boodschap in zowel de novelle als het nawoord stevig overeind blijven. Het toont bij uitstek aan wat voor een overtuigende schrijver hij is. Iemand die gelooft in de kracht van verhalen, van kunst tout court, van wetenschap en vooral van enthousiasme. Ik geloof graag met hem mee. Afsluiten doe ik graag met de link die Johan Klein Haneveld deelt in zijn nawoord : www.plasticsoupfoundation.org Want soms is een link belangrijker dan een ronkende slotzin… 'Bloedzuigers in de polder' ... kort verhaal 'Een grafkrans van paarse knoflookbloemen' (Tais Teng)19/1/2023 http://www.edge-zero.com/bloedzuigers-in-de-polder/
Tais Teng neemt ons mee op een lugubere speurtocht in het openingsverhaal van deze bundel. Een in heerlijk archaisch Nederlands gespelde opening (een niet verstuurde brief, talk about 'Dracula'!) zet de toon. We bevinden ons meteen in vampierenland, of beter gezegd nosferatuland. Bloedzuiger Ronald Manse Renfield heeft meer zorgen dan Louis Neefs : de ene nosferatu na de andere legt namelijk het loodje. Huh? Detective Hans d'Ancy moet met z'n hulpje Enrico de zaak maar eens uitspitten, vindt Renfield. In een wereld waarin demonen samenleven met mensen en andere creaturen gaat deze vreemdsoortige bende op onderzoek uit. De sinistere tocht voert langs mistige grachten die weinig goeds beloven. Voor we de ultieme showdown voor de kiezen krijgen, zien we geloofsboodschappen in het zwerk en horen we gezangen uit onvermoede oorden. De coda is nog een heerlijk hapje! Tais Teng slaagt erin een griezelige en barokke fantasiewereld te creëren die barst van de opmerkelijke details. Intrigerende stukjes wereldbouw die zomaar opnieuw tot een volgend verhaal kunnen leiden. En misschien gebeurt dat wel ooit ... http://www.edge-zero.com/bloedzuigers-in-de-polder/
Mike Jansen stelde een vierde themabundel samen, dit keer rond vampieren en andere bloedzuigende engerds. Opnieuw duiken we met Mike regelrecht de gevaren van de polder in... De komende dagen recenseer ik een aantal verhalen uit deze bundel. Ik begin met het verhaal van Frank Roger. In 'De tanden in het vlees' leren we een waardevolle les over presteren boven de verwachtingen ... en de gevaren daarvan. Ruperts band Teeth Sunk Into Flesh staat op het punt de showcase van hun leven te spelen. Kan de band een platenmaatschappij voor zich winnen? Wanneer Ruperts licht overwerkte vriendin Annemie de opdracht krijgt voor wat extra sfeerschepping te zorgen tijdens het optreden loopt de boel op hilarische wijze uit de hand. Frank Roger presenteert ons de performance van de band als grand guignol van het hoogste gehalte. Van songtitels over aankleding van het podium tot de uitzinnige reactie van het publiek ... een fantastische kruising van humor en bloederigheid! 2021, uitgegeven door Stichting Fantastische Vertellingen (Rare Boekjes Reeks nummer 56)
57 blzn, met tekeningen van Gert-Jan van den Bemd https://shop.pr1ma.nl/de-mens-een-sprinkhaan.html https://johankleinhaneveld.blogspot.com/ Flaptekst Je bent nog maar net onderweg met het consumeren van de beide fantastische verhalen in dit boekje als het gebeurt. De lezer realiseert zich gaandeweg, beter dan voorheen, welke grote gelijkenis er bestaat tussen ons mensenras en het leven dat sprinkhanen of mieren leiden. Wanneer we deze waarheid in het achterhoofd houden en ons inspannen verstandiger te handelen, slagen we er hopelijk in onze planeet en al het moois dat zij te bieden heeft te behouden. Recensie Johan Klein Haneveld is een echte vakman. In twee thematisch met elkaar verbonden korte verhalen slaagt hij er moeiteloos in om spetterende actie te verbinden met de grote vragen van het leven. Wat houdt het in om een individu te zijn in een maatschappij die strak georganiseerd is? Volg je de bevelen die al dan niet ogenschijnlijk het beste met de samenleving voor hebben? Of luister je beter naar wat je hart je ingeeft? Het lijkt eenvoudig om hier het romantische antwoord te prefereren, maar zo simpel zijn de zaken soms niet. In ‘De soldaat die koningin werd’ beschrijft Johan Klein Haneveld treffend een gemeenschap van mensen die veel weg heeft van een bijenkolonie. Bovenaan in de hiërarchie staat de koningin, die in de openingsscène van het verhaal heugenswaardig wordt neergezet. Deze vrouw lijkt wel de ultieme verstrengeling van mens, machine en informatie. Een maatschappij van klonen met verschillende functies dient haar. Soldaten, oogstvrouwen en anderen voeren hun rol zonder verpinken uit. Tot de nieuwe kloon Thomas van de band rolt. Met hem is duidelijk iets misgelopen. Tegen de achtergrond van een oorlog met een ander volk wordt Thomas er zich langzaamaan van bewust dat hij en andere onvolmaakten zich wellicht best aan hun rol als kanonnenvoer onttrekken om te kijken wat écht goed is voor de gemeenschap. Dit groeiende besef zit mooi verwerkt in het verhaal. Johan Klein Haneveld zorgt voor veel vaart in de vertelling. Vanaf het moment dat Thomas afgekeurd wordt voor zijn originele functie beland je als lezer samen met hem in een dollemansrit. Levendig beschrijft de auteur de decors waartegen zich de actie zich in hoog tempo afspeelt. Van het hoofdkwartier van de koningin gaat het over de legerkazerne naar luchtgevechten op grote hoogte. De scènes in de kazerne, waaruit blijkt hoezeer het leger de onvolmaakten als ingecalculeerde verliesposten beschouwt, zijn meesterlijk. Het afgrijzen van de echte kloonsoldaten voor het kanonnenvoer is tastbaar. Het is precies die wisselwerking tussen de personages, ook bijvoorbeeld binnen de groep van onvolmaakten, die aan het verhaal een geheel eigen dynamiek verleent en het ver boven de middelmaat uittilt. Johan Klein Haneveld heeft er een neus voor om in treffende zinnen de veranderende band tussen figuren te schetsen. Zo is er bijvoorbeeld T-4879, die zich in de kazerne broederlijk over Thomas ontfermt. Naarmate het verhaal vordert, merken we hoe de rollen omgedraaid worden. Deze evolutie wordt schitterend in beeld gebracht, ook in actiescènes. Het tweede verhaal ‘De sprinkhanen’ opent eveneens met een scène die je meteen zin geeft om verder te lezen. Waar in het eerste verhaal bij aanvang de koningin in al haar koude glorie beschreven wordt, maakt de lezer hier kennis met de zachte gevoelswereld van Harold. Natuur en vreedzaamheid voeren de boventoon. In de prachtige pastorale setting voel je echter al snel dat niet alles is wat het lijkt. Er dreigt gevaar … van de sprinkhanen. Maar naarmate het verhaal vordert, vraag je je meer en meer af of de stringente maatregelen tegen de insectenplaag een niet veel groter onheil vormen. Wat is menselijkheid? Het beschermen van de mens als ras tegen alle gevaar? Of eerder het beschermen van wat een mens echt tot mens maakt? Deze boeiende vragen leiden tot een verhaal waarin actie, romantiek, wanhoop en een glimpje hoop allemaal hun natuurlijke plek vinden. Vooral de scènes die de ontmenselijking verbeelden, zijn ontroerend. De dunne pantserlaag die Harold en Elise beknelt tot ze niet meer dan robotten lijken, roept een claustrofobisch gevoel op. De lezer voelt maar al te goed hoe die metalen laag de hoofdpersonages herleidt tot niet meer dan hun oproepnummers bij de centrale. Zelfs eten is verworden tot een mechanische gebeurtenis, niet meer dan een zich voeden om voort te kunnen. Opnieuw besteedt Johan Klein Haneveld veel aandacht aan actie. Er wordt gerend, geplet en gevallen dat het een lieve lust is. En dat allemaal in een troosteloos decor waar het kleinste stukje natuur ontbreekt. Het enige groen in die zee van roest zijn de vraatzuchtige sprinkhanen, die altijd en overal op de loer liggen. Mooi is dat de auteur niet voor een voor de hand liggend einde kiest. Uit de begeleidende tekst van Stichting Fantastische Vertellingen achteraan deze bundel blijkt dat Johan Klein Haneveld de oerversie van ‘De sprinkhanen’ reeds op zijn zeventiende schreef. Bepaald indrukwekkend. Ik had het nog niet over de prachtige tekeningen van Gert-Jan van den Bemd. De openingsscènes waarvan hierboven sprake worden schitterend geïllustreerd door de artiest. Deze en andere sfeervolle platen dragen er met hun indringend gebruik van kleuren toe bij dat de verhalen onder de huid kruipen. Deze fijne bundel is een ideale kennismaking met het werk van Johan Klein Haneveld. Ook wie al een of meerdere romans van hem las, zal zeker genieten van deze twee spannende SF-verhalen met een mooie boodschap. 2022, uitgegeven door Stichting Fantastische Vertellingen (Rare Boekjes Reeks nummer 61)
56 blzn https://shop.pr1ma.nl/uitzicht-van-hoge-plaatsen.html Flaptekst Het luxueuze appartement dat Sergio op het oog heeft, is eigendom van de gezusters Lanthé. De kooptransactie noopt hem te strijden om de toppositie in de jaarlijkse wedkamp op Skillemhanner. De daaraan verbonden prijs, uitgedrukt in lystram kristallen, is benodigd teneinde de aankoop te kunnen voltooien. Op zijn pad treft hij verscheidene hindernissen, waaronder Saraag de Straffe. Recensie Jaap Boekestein beschikt over een ongebreidelde fantasie. In deze novelle boordevol actie slaagt de auteur er moeiteloos in om twee werelden in hun volle glorie neer te zetten. Qua wereldbouw is dit boek dan ook top. Het verhaal begint op Hellesion IV, de planeet waarop Zijne Keizerlijkheid vertoeft. Het spreekt voor zich dat het een grote eer is om daar als gewone sterveling ook te kunnen wonen. Sergio, de hoofdfiguur, zet daarom alles op alles om een appartement op deze planeet te verkrijgen. En welke lezer zou zijn verlangen niet begrijpen? Zoals Jaap Boekestein deze wereld in kort bestek neerzet, versta je Sergio’s diepste wens helemaal. Tot in het kleinste detail beschrijft de auteur namelijk het paleis. In die mate dat je het zelf wilt gaan bezoeken! De prachtige covertekening van Fred Hemmes toont trouwens op de achtergrond dit paleis, een machtige pyramide waarop een bol staat. Minstens evenveel aandacht besteedt de auteur aan de tweede wereld, Skillemhanner, het ware actieterrein van de roman. Niet alleen via beschrijvingen, maar ook doorheen de vele beproevingen die Sergio er moet doorstaan, leren we Skillemhanner heel goed kennen. Sauriërreservaten, vulkanen, steile bergen. En dat allemaal op een planeet die een gematigde ijstijd doormaakt. Knap. Ik zou Jaap Boekesteins stijl in deze roman bijwijlen als ‘maximalistisch’ durven omschrijven. Ik kan daar erg van genieten. De beschrijvingen van de kledij en juwelen van de gezusters Lanthé is om van te snoepen. Op een bepaald moment begon het mij zelfs licht te duizelen. Ik pleeg dan graag de beschrijving met plezier een tweede keer te lezen. Toch verliest de auteur nooit de actie uit het oog. De verschillende scènes volgen elkaar verbazend snel op, zeker eens de actie zich verplaatst naar Skillemhanner. De proeven die Sergio er moet ondergaan, zijn heel goed uitgewerkt. De plot zit bovendien voortreffelijk in elkaar, en wel zo dat de manier waarop Sergio uiteindelijk het appartement verwerft bij de lezer als bijzonder schrander overkomt. De personages zijn zonder uitzondering goed uitgewerkt. De auteur besteedt veel zorg aan de uitdieping van de karakters van de drie zussen, die erg veel van elkaar verschillen. Ze hebben trouwens zonder uitzondering een bijzonder mooie naam. Apanthe. Mavreende. Cesicholde. Werkelijk namen om bij weg te dromen. Je merkt Jaap Boekesteins liefde voor zijn eigen personages. Die uit zich niet alleen in voornoemde beschrijvingen en de originele naamgeving, maar ook in het hoogst eigenzinnige verlangen dat elk personage kenmerkt. Samen vormen die verlangens bijzonder sterke motieven in deze novelle. Ze drijven zonder meer de actie. Mooi is ook dat enkele personages een heuse evolutie doormaken. Zo begint Sergio, die oorspronkelijk enkel en alleen in het appartement geïnteresseerd is, zich op een bepaald moment toch wel heel erg te interesseren in de dames. De verleiding van het kampioen zijn van verheven dames krijgt hem in zijn greep. Om nog even terug te keren op de wereldbouw, de auteur weet tradities ook mooi te vangen. Een wereld is tenslotte meer dan haar geografie. Zo is er het gebruik van mefreunde, dat voor veel erotisch genot bij de personages en nog meer hilariteit bij de lezer zorgt. Intrigerend is ook de doodsharem, de collectie overleden kampioenen die elke vrouw overal vergezelt. En precies die doodsharem brengt me bij een ander fascinerend element van de novelle. Het matriarchale bestel van Skillemhanner is tot in de puntjes uitgewerkt. Je voelt als lezer echt de macht van de gezusters Lanthé en alle andere vrouwen op hun thuisplaneet. Is deze novelle het lezen waard? Ja, voor de titel alleen al! ‘Uitzicht van hoge plaatsen voor de kampioen der weduwe-zusters’ … Wie kan aan zo’n mooie titel weerstaan? Het is uitzonderlijk dat een boek zo’n lange titel draagt, maar ik zie er de charme, de humor en tegelijk de plechtstatigheid zeker van in. Wereldbouw en actie zijn feilloos, het boek leest dan ook aangenaam en snel. Een fijne bonus zijn de geestigheden waarmee het verhaal je op onverwachte momenten verrast. Aanrader! 2022, uitgegeven door Liesbeth Jochemsen
204 blzn https://liesbethjochemsen.nl/mozaiek-van-geluk/ Flaptekst Sinds de verdwijning van haar geliefde is prinses Faeline ongelukkig. Wie haar laat lachen, mag met haar trouwen. Dit brengt koning Archibald in een lastige positie. Misschien is het beter dat ze met een ander trouwt. Wat gebeurt er wanneer de prinses opnieuw ongelukkig wordt? Intussen wordt een jonge vrouw slachtoffer van de niet zo goede fee. Op de vlucht voor de prins met wie ze moest dansen, wordt ze ingezet als middel om Faeline te genezen van haar beestachtige toestand. Laat je door verhalen, limericks, een lied en een pamflet meevoeren naar een wereld vol biggen, pratende kikkers en levensgevaarlijke kamillethee. Een wereld waarin trouwen met een prinses letterlijk een rib uit je lijf kost. Recensie Deze novelle slash sprookjesbundel heeft een aparte charme. Je merkt dat auteur Liesbeth Jochemsen haar hart en ziel in dit boek gelegd heeft. Ze heeft de bundel duidelijk uitgegeven net zoals zij het wil. Nog voor je aan de inhoudsopgave voorin het boek toekomt, glimlach je. De fijne humor op de eerste bladzijden (meer vertellen zou zonde zijn) brengt je in de juiste stemming voor het openingsverhaal. Evengoed zijn de bladzijden na het laatste verhaal razend interessant. Liesbeth Jochemsen licht daar het hele schrijfproces toe, zorgt nadien zoals bij films voor een originele aftiteling van het boek en eindigt met een persoonlijke boodschap voor de lezer. Om maar te zeggen : dit boek is meer dan enkel een verhalenbundel. Het is een passion project waarin de persoonlijkheid van de auteur aangenaam doorschemert. Maar hoe zit het nu met de verhalen zelf? Betreft het hier standaardsprookjes? Nou, neen! Liesbeth Jochemsen bedenkt eigen sprookjes, laat daarin af en toe bekende sprookjesfiguren en sprookjesmotieven de revue passeren en slaagt er vooral ook in om alle sprookjes op wonderbaarlijke wijze in elkaar te laten passen. De titel van de bundel, ‘Mozaïek van Geluk’, is dan ook goed gekozen. De verhalen, waarvan sommige in principe apart te lezen zijn, werken het best in de door de auteur gepresenteerde volgorde. De plotlijnen die zo ontstaan zorgen ervoor dat het geheel een bijzonder originele novelle vormt. Dit soort bundel samenstellen, waarin sprookjes als puzzelstukjes in elkaar grijpen, is een aparte uitdaging. Liesbeth Jochemsen vindt een goede balans tussen logica en mysterie. Enerzijds zorgt de auteur voor een duidelijke (meestal chronologische) opeenvolging van gebeurtenissen doorheen de sprookjes. Anderzijds is er toch nog plek voor uitdagingen en raadsels voor de lezer. De verklaring van een aantal gebeurtenissen volgt namelijk pas in een later sprookje. Het meeste leesgenot haal je dan ook uit de bundel als je alle verhalen onmiddellijk na elkaar leest. Je vermijdt verwarring en je ontdekt de easter eggs die in sommige sprookjes verstopt zitten. Om dit huwelijk van logica en mysterie te laten slagen zijn onvermijdelijk hier en daar wat herhalingen en kleine kunstgrepen in de plot nodig. Op sommige momenten merk je dat Liesbeth Jochemsen wel heel erg haar best heeft gedaan om alle gebeurtenissen sluitend te verklaren binnen het kader van het overkoepelende verhaal. Persoonlijk vind ik niet dat dit stoort. Voor mij is het eerder verfrissend dat in een sprookjeswereld voor de verandering eens een soort van ijzeren logica gehanteerd wordt waarin werkelijk alles verklaard wordt. Alhoewel, alles? De aandachtige lezer zal merken dat één mysterie niet via de chronologie van de bundel opgelost raakt. Het is mooi dat op die manier toch een cruciaal verhaalelement als een soort droom doorheen de bundel blijft zweven. Het nodigt misschien zelfs uit tot een tweede lezing van de bundel… Als uitgesproken sprookjesfan (‘uitgesprookjes’ fan?) kon dit boek mij bekoren. Er zijn natuurlijk de bekende beperkingen van het genre. Diepgaande karakterschetsen zijn niet het eten en drinken van sprookjes. Toch is er in deze bundel ruim plek voor de gevoelens van de personages. Daarbij keert steeds opnieuw het woord ‘geluk’ terug. Want wat is nu eigenlijk geluk? Koning Archibald wil dat zijn dochter opnieuw lacht na liefdesverdriet. Maar is lachen hetzelfde als gelukkig zijn? Als deze bundel één zaak duidelijk maakt, is het wel dat geluk iets heel anders is. Evenzeer levert ‘Mozaïek van Geluk’ prangend commentaar op wat egoïsme is en wat de verstrekkende gevolgen ervan kunnen zijn. Ik ga nog even in op de verschillende vertelvormen in de bundel. De flaptekst haalt het al aan : in ‘Mozaïek van Geluk’ zitten limericks, een lied en een pamflet. Maar er komen nog heel wat andere vertelvormen aan bod, een lettervers bijvoorbeeld. Die mix zorgt voor veel afwisseling in de bundel. Liesbeth Jochemsen slaagt er gelukkig goed in de overkoepelende verhaallijn te bewaken binnen de wisselende vertelvormen. Is deze bundel geschikt voor kinderen? Wel, ik zou durven zeggen dat zowel kinderen als volwassenen er plezier aan kunnen beleven. Naar mijn gevoel mikt de auteur wat meer op een volwassen publiek ook al gebruikt ze echte sprookjestaal. Toch kunnen kinderen zeker van deze sprookjes genieten. Ze zijn soms wat gruwelijker dan in de Disneyversies … maar daar kunnen kinderen zeker mee om! De onderliggende boodschap van respect voor liefdesrelaties in deze bundel is heel waardevol en kan een thema zijn dat je als ouder graag via sprookjes bij je kind wil aankaarten. Zijn humor en speelse literaire verwijzingen aan jou besteed? Geniet je van een fantasierijke en kinderlijke sprookjeswereld waarin gedaanteverwisselingen aan de orde van de dag zijn? Lust je roggekoeken? In dat geval is ‘Mozaïek van Geluk’ zeker een boek voor jou! |
AuteurFinn Audenaert Archieven
December 2023
Categorieën |