Een verhaal voor Ilias.
Het is middernacht. De klok slaat twaalfmaal. Het is de laatste dag van het jaar. De mensen schieten vuurpijlen af. Allemaal mooie kleuren. Wat zijn de mensen blij. Dan gaan de mensen en de dieren slapen. Ze zijn heel moe. Eén jongetje is nog wakker. Hij heet Ilias. Hij wil iets weten. Wat gebeurt er met de vuurpijlen in de lucht? Ze vallen niet terug naar beneden. Ze blijven in de lucht hangen. Ze maken de lucht zwart. Vroeger was de nacht niet zwart. Het was altijd blauw. Zoals overdag. Dat was gevaarlijk voor de boten. De zee en de lucht waren allebei blauw. Je kon het verschil niet zien tussen de zee en de lucht. Daarom vlogen de boten uit de zee naar omhoog. Ze gingen de lucht in. En elke boot werd een ster aan de hemel. De mensen durfden niet meer gaan vissen op zee. Iedereen was bang. De mensen vertelden het aan de koningin. Die vond het heel treurig. De koningin zei dat de mensen niet meer op zee mochten. Het was te gevaarlijk. Maar de mensen hadden veel honger. Ze misten de lekkere vis. Daarom kweekten de mensen nieuwe groenten. Oef! Er was opnieuw genoeg om te eten. Nu waren de mensen heel blij. Iedereen was veilig. De mensen wilden feestvieren met de koningin. Maar de koningin was altijd in haar hoge toren. Ze kwam nooit naar beneden. De mensen dachten lang na. Hoe konden ze samen met de koningin feestvieren? Ze maakten buskruit. Het was een nieuwe uitvinding. Met buskruit kon je dingen laten ontploffen. En zo konden de mensen vuurpijlen maken. Boem! De eerste vuurpijl ging naar omhoog. Heel mooi. Op een dag gingen de mensen naar de toren. Daar zat de koningin helemaal boven in een kamer. De mensen staken de vuurpijlen af. De koningin zag de mooie kleuren aan haar raam. Ze was heel blij. Ze ging de trap af naar beneden. De koningin liet alle mensen binnen in het paleis. Toen aten ze samen een lekkere maaltijd. Het was heel fijn. Op alle feestjes gingen daarna vuurpijlen de lucht in. Als de vuurpijlen opgebrand waren maakten ze de lucht zwart. Daarom is het nu ‘s nachts altijd zwart. Hoog in de lucht praten de vuurpijlen met elkaar. Ze zijn heel blij voor de mensen. En de sterren zijn ook heel blij. Ze weten dat de mensen gelukkig zijn. En Ilias is ook heel blij. Hij weet waar de vuurpijlen zijn. En hij weet waarom het ‘s nachts donker is.
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
AuteurFinn Audenaert rapporteert uit randgebieden van Archives
Februari 2024
Categories |