Novelle, uitgegeven door Juul Martin Williams, geproduceerd door Boekengilde, 118 blzn, softcover en eBook, ook beschikbaar in het Engels (Embroidering in the dark), te koop bij bol.com
FLAPTEKST Herfst 1917. Na drie loodzware jaren in het veldhospitaal achter de loopgraven is chirurg Alistair MacEwen volledig ingestort. Hij wordt opgevangen in een nabijgelegen chateau. In de zomer van 1926 keert hij terug naar Frankrijk om de vrouw te bezoeken die gedurende die laatste oorlogswinter voor hem zorgde, Ghislaine. Ook in haar leven heeft de oorlog diepe sporen nagelaten. Al snel na aankomst blijkt dat dit weerzien ingrijpende gevolgen heeft voor hen beiden en aan hun leven voorgoed een andere wending zal geven. BESPREKING Vorig jaar las ik de novelle De Kwartiermeester van dezelfde auteur. Een openbaring. Een schrijfstijl om van te snoepen… En een verhaal dat met veel zwier verteld wordt. Vergaat het Borduren in het donker net zo? Spoiler: ja! Juul heeft ook in haar nieuwe novelle een patent op zinnen die je zo wilt inkaderen en in je woonkamer hangen. Maar eerst het boek uitlezen! Want dat wil je wel. Dit is namelijk het soort boek dat je in één keer ademloos leest. Hoe vergaat het Alistair, negen jaar na zijn traumatische ervaringen als chirurg aan het front? En wat gebeurde er precies op die noodlottige dag in 1917? Juul vertelt het met veel passie. Als een ervaren gids leidt ze jou langs beklijvende personages als Briony, Alistairs vrouw die niets dan diepe liefde voor hem voelt, en Ghislaine, de vrouw die hem verzorgt na zijn instorting. Het plot werkt onweerstaanbaar naar een climax toe. Ik las het boek intussen een drietal weken geleden. Sommige scènes blijven aangenaam lang in het hoofd sluimeren. Zo is er het bezoek van Sarge Waterman aan Alistair in het chateau, na de crisis. Waterman moet in zijn zinnen behoedzaam om woorden als bommen heen sluipen: elke onschuldig bedoelde uitspraak kan Alistair zomaar uit zijn fragiele evenwicht brengen. Al even meesterlijk is het gesprek tussen Alistair en zijn schoonvader, dat de door de oorlog gekraakte man, die intussen een vorm van rust heeft gevonden, ingebed in zijn gezin, ervan overtuigt om toch een sprong in het diepe te wagen: op Ghislaines uitnodiging ingaan en naar Frankrijk reizen. De laatste hoofdstukken lezen als een echte masterclass in writing. Zelfs de nevenpersonages blijven bij. Zo is er de onbuigzame kolonel Fleming, die de lezer al vroeg in het boek ontmoet. Enkel wie zowat helemaal kapotgeschoten is, mag wat hem betreft het front verlaten. De agressiviteit die uit zijn woorden, zijn houding, en zelfs zijn fysiek spreekt, wordt indrukwekkend verwoord. Deze novelle leest als een heuse roman. Hoogstaand werk.
0 Opmerkingen
Roman, uitgeverij Muttew (selfpub), 355 bladzijden, te koop bij Amazon, bol en wettum.org/bestellen .
Charles van Wettum - Het zal anders
Ik las op drie dagen tijd tweemaal deze wondermooie novelle. Het begon al bij de titel. Wat is een kwartiermaker? Deze jongen genoot nooit de legerdienst en kent als dusdanig de term niet. Blijkt het om een vroegere militaire functie te gaan, een persoon die vooruit wordt gestuurd om kampplaatsen te zoeken voor troepen. Natuurlijk moet die persoon er goed op letten dat het ginds veilig is, dat de troepen niet makkelijk kunnen gezien worden, dat er genoeg plek is voor mens en materieel. Watervoorziening in de buurt is ook belangrijk. Er komt dus heel wat bij kijken.
Een taak met veel verantwoordelijkheid, zoveel is duidelijk. Maar de rustige en vastberaden Yves, het hoofdpersonage van deze roman, is hier uitermate voor geschikt. Het lijkt wel alsof hij één is met de natuur en het leven zelve. In het respect dat hij toont voor zijn omgeving, of het nu zijn paard Blondelle, een kind of zelfs een bos betreft, uit zich de grootste kwaliteit van deze man. Hij laat namelijk alles en iedereen in zijn waarde - tenminste al wie het verdient. Het leven lijkt deze man toe te lachen. Hij houdt duidelijk van de vrijheid die zijn functie hem biedt - hij draaft ten slotte steeds voor de troepen uit. Om zijn mond speelt dan ook vaak een glimlach. Dit eenvoudige geluk apprecieert ook zijn ‘kom maar binnen wanneer het past’ vriendin Marguérite. De verhouding tussen de twee wordt heerlijk ongecompliceerd beschreven. En toch … En toch voel je dat iets drukt op Yves. Hij heeft zorgen. Zijn gewone dagtaak voert hij probleemloos uit. Maar hij lijkt met andere problemen te kampen. Is het de oorlog? Neen, schijnbaar niet. Er is een veel concretere vijand in het spel. Een ongenadige vrouwenhater die nergens voor terugdeinst. Yves vindt het door gebeurtenissen uit zijn verleden zijn heilige plicht de dames in de buurt van het kampement te beschermen tegen die verpersoonlijking van het kwaad. Het is mooi hoe auteur Juul Martin Williams de rust die Yves uitstraalt in het begin van het verhaal laat overgaan in oprechte bezorgdheid. Naarmate de vijand nadert stijgt ook de spanning in het verhaal. Waar in het begin prachtige natuurbeschrijvingen en een idyllische ontmoeting met een onschuldig kind de boventoon voeren komt later het leed van de vele goed geschetste nevenpersonages en hun vaak verschrikkelijke verleden in beeld. De lezer krijgt ook een steeds beter idee van welk kwaad de personages precies boven het hoofd hangt. Ik leefde echt mee met de personages. Juul Martin Williams slaagt er met korte dialogen en rake beschrijvingen in figuren zeer goed neer te zetten. De angst, het wantrouwen of de woede van mensen geeft ze goed weer in enkele zinnen. Een memorabel personage is bijvoorbeeld een blinde oud-soldaat. De auteur zet die zó levensecht neer. Eindigen doe ik graag met wat toelichting over de stijl waarin deze novelle geschreven werd. Juul Martin Williams beschikt over de gave heel natuurlijk klinkende zinnen te schrijven. Ik heb het dan niet enkel over de dialogen (zo spreken mensen inderdaad echt), maar ook over de beeldende beschrijvingen en de actiescènes. Zinnen zijn nooit te lang - ze zijn precies lang genoeg. Echt heel fijn om lezen. De novelle heeft hierdoor een heel aangenaam leesritme. Je hoort me al komen… Durf ik dit boek aanraden? Zeker wel! In een kort bestek beleef je als lezer een heel verhaal, een vrij emotionele rit met een bevredigend slot. De auteur beschikt nog over een beperkt aantal exemplaren van de eerste oplage. Je kan haar contacteren via haar website of via sociale media. Lees je liever een e-book? Ook dat kan. ‘De Kwartiermaker’ is beschikbaar op Kobo. Binnen zowel de oorspronkelijk Nederlandstalige science fiction als binnen het scheppend werk van Johanna Lime (Marjo Heijkoop, vroeger samen met Dinie Boudestein, die helaas overleden is) neemt De twaalfde Saturnusmaan een bijzondere plek in. Veel auteurs, ook zij die actief zijn in de fantastiek, verwerken al dan niet bewust hun eigen ervaringen en meningen in hun verhalen of boeken. Dit is voor mij echter de eerste Nederlandstalige SF-roman die zo een groot aantal overduidelijk persoonlijke elementen bevat, dat ik het boek beschouw als niet minder dan een regelrechte autobiografie. Uitgeverij AquaZZ geeft dit ook zo mee op de achterflap, weliswaar in de ‘kleine lettertjes’. Een sleutelroman kunnen we het boek dus niet noemen. Het vergt veel durf om je als auteur zo bloot te geven aan de lezer: je laat er op geen enkele manier twijfel over bestaan dat dit boek belangrijke gebeurtenissen uit je leven beschrijft.
Maar De twaalfde Saturnusmaan is zoveel meer. Er is eerst en vooral het SF-verhaal met twee aliens, Sokaris en Kek, die na een eerder verblijf als goden in het oude Egypte nu terugkeren naar de aarde. Ze kijken hoe de mensheid (lees: het mensdom) intussen verder geëvolueerd is. In de tijd van de farao’s was het namelijk nog niet veel soeps. Maud en Dalmar vallen in de huidige tijd op tussen de andere mensen door hun afwijkende, ‘hogere’ hersengolven. Hoe de dames gevolgd en onderzocht worden, is op zich van minder belang, vind ik. Dat deel van het verhaal wordt weliswaar behoorlijk goed neergezet, maar voelt voor mij eerder aan als een geslaagd zij het bij momenten wat schetsmatig uitgewerkt kader waarbinnen de auteur, in vele hoofdstukken die enkel de twee dames volgen, op een veilige manier haar levenservaringen kan delen. Het is opvallend hoe het boek in de markt gezet wordt als SF. Op de cover staan prominent twee aliens (van de dames zien we enkel een stel hersenen) en de titel is lekker ‘essefferig’. Dit is een bewuste keuze van de auteur. Naarmate het boek vordert, wordt de SF-setting wat meer uitgebouwd. Er zijn terugblikken naar het oude Egypte en hoe Kek en Solaris ginds hun rol vervulden. Het zal misschien niet verrassen dat piramiden en navigatie er iets mee te maken hebben. Deze passages spraken me zeker aan. Het ruimteschip komt naarmate het verhaal vordert wat duidelijker in beeld (zij het niet tot in de details) en er is sprake van de ‘spiraal van Galaxis’, een bestaand ideaal waarnaar de mensheid zou moeten streven. Oh ja, er zijn ook morflingen! Vele malen belangrijker dan bovenstaand kader is echter het dagelijkse leven van Maud en Dalmar. En dat is heus geen lachertje. Twee vrouwen die samenwonen en het voor de klas dan wel in het boekhoudkantoor, en later ook in andere beroepsomgevingen, moeten zien waar te maken. Het is beslist geen toeval dat alle autoriteitsfiguren in de beroepswereld van de dames mannen zijn. We volgen Maud en Dalmar in hun strijd om gelijkwaardigheid op de werkvloer, respect voor hun eigenheid (o.a. hoogsensitiviteit is een thema), hun hang naar eerlijkheid en vooral ook in hun zoektocht naar aansluiting bij anderen. Hoewel je merkt dat de vriendinnen zowel voor het goede (gedeelde hobby’s zoals reizen, astrologie en astronomie) als het slechte (moeilijke ervaringen met collega’s en met christelijke familieleden) bij elkaar terecht kunnen, ervaren ze duidelijk een gemis. Ze zijn anders. Waar vinden ze medestanders? Het hoofdstuk dat mij op dat vlak het meest trof, staat voor een stukje los van het boek. Terwijl in de autobiografische hoofdstukken vaak werkervaringen en verre reizen aan bod komen, is er een vrij kort stuk over een nieuwe vriendengroep. Het was het enige moment bij het lezen, waarna ik het boek toch even opzij legde. Vele mensen, ook zij die heel goede vrienden hebben, zullen zich namelijk herkennen in dit hoofdstuk. Iedereen kent wel mensen die niet echt je vrienden zijn, maar jou zien als een soort van tijdelijke uitleenwinkel. Wel, daarover gaat het dus. Dit hoofdstuk is bijzonder treffend geschreven en kristalliseert bij uitstek de wanhoop van de hoofdpersonen. Toch is dit een heel optimistisch boek. Ondanks veel tegenslagen leren Maud en Dalmar vrienden kennen en worden ze (eindelijk!) gerespecteerd in hun waarden. Hier krijgt het SF-kader tenslotte zijn meerwaarde. In het laatste deel van het boek komen de dames oog in oog te staan met Kek en Solaris, die hen voordien altijd stiekem onderzochten. Het is de fijn beschreven omgang tussen deze vier personages die een pleidooi is voor begrip en vriendschap. Het is trouwens opvallend dat de aliens, uiteindelijk toch wetenschappers die elke privacyregel breken, met zoveel sympathie worden geschetst door Johanna Lime. Hun doel is namelijk nobel. Blijft de vraag: hoe zit het met hun invasieve onderzoeksmethode? Een moreel vraagstuk dat op het einde van het verhaal toch even aan bod komt. Na het lezen stel ik me de vraag: heeft dit boek ook bestaansrecht zonder het SF-kader? Zonder twijfel wel! Indien je alle SF-referenties uit het boek knipt, krijg je een mainstream roman (klinkt veel lelijker dan ik het bedoel) die ook zó de boekhandel in kan. Het verhaal van twee vrouwen met een pittige persoonlijkheid en tegelijk een grote kwetsbaarheid in een wereld vol jaloezie en machtsmisbruik is heel herkenbaar. Verliest het boek dan een stukje van zijn eigenheid? Voor de auteur ongetwijfeld wel, want ook in het SF-kader kan ze haar passies kwijt. Zo bezien kan je natuurlijk argumenteren dat dit een autobiografisch boek is op twee niveaus. Blijft anderzijds het SF-verhaal overeind zonder de beklijvende autobiografische passages? Daarvan ben ik minder overtuigd. Het verhaal laat zich dan vrij eenvoudig (te eenvoudig?) samenvatten: aliens onderzoeken mensen. Wel is er dan nog steeds de meerwaarde dat ook in het SF-verhaal gestreefd wordt naar harmonie tussen alle wezens. Tot slot nog een uitweiding over de schrijfstijl. Johanna schrijft heldere, vrij korte zinnen. Barok kun je dit niet noemen. Functioneel wel. De zinnen nodigen uit tot verder lezen en leggen vooral de nadruk op het verhaal an sich. Voor literaire hoogstandjes en lange beschrijvingen moet je hier niet zijn. Door een bewuste keuze voor deze stijl komen de autobiografische elementen des te sterker naar voren. Het zou minder goed uitgepakt hebben als Johanna voor een tranerig relaas had gekozen, waarin ze emoties in eindeloze zinnen analyseerde. Is dit boek een 5/5? Nee, maar door de themakeuze is dit wel een origineel boek dat het lezen waard is, ook als je geen SF-fan bent. Leer je graag een auteur persoonlijk kennen, dan is dit zeker een boek voor jou. Een thriller die je op één avond, tot diep in de nacht, en onmiddellijk bij het wakker worden de volgende dag leest, noem ik meer dan geslaagd! ‘Dodelijke cocktail’, een goed gekozen titel overigens, heeft twee tijdlijnen, die elkaar min of meer per hoofdstuk afwisselen. Vijf vriendinnen, prille twintigers, gaan op vakantie naar Italië. Ze storten zich in het uitgaansleven. De ene meid heeft al meer succes dan de andere. Nadine legt genadeloos de verhoudingen tussen de vriendinnen bloot. Ongeveer twintig jaar later kijken we hoe het de dames nu vergaat. Een van hen is volledig uit hun leven verdwenen. Sommige vriendschappen zijn verwaterd. Er zijn echtgenoten, kinderen en er is vooral ook wel wat relationeel leed. Als de vier overgebleven dames plots oude ansichtkaarten uit Italië ontvangen, gaan de poppen aan het dansen. Welke wrede gebeurtenissen sloegen op vakantie zulke grote wonden? Zitten de dames voorgoed gevangen in het verleden? Dit is een rechttoe rechtaan thriller. Er is wel plek voor wat sfeerschepping op de vakantieplek in Italië, maar de plot en de karaktertekening, alsook de groepsdynamiek, hebben duidelijk voorrang. Dat leest lekker weg, want het tempo is strak en de onthullingen volgen elkaar aangenaam snel op. Nadine Barroso verdeelt haar aandacht mooi tussen geloofwaardige personages en een intrigerend mysterie. Zoals in elke goede thriller slaagt de auteur erin om de lezer op het verkeerde been te zetten. Toch bedriegt ze de lezer onderweg niet (auteurs halen soms heuse kunstgrepen uit), wat ik wel net zo fijn vind. Deze thriller doet je nadenken over thema’s zoals vriendschap, zelfzekerheid, mentale gezondheid en de waarde van trouw in allerlei soorten relaties. Dit was mijn eerste kennismaking met het werk van Nadine Barroso. Een vlot lezend boek met een zorgvuldig opgebouwde plot en veel aandacht voor de gevoelswereld van de personages. Het is niet zo eenvoudig om liefst vijf hoofdpersonen evenveel aandacht te geven, maar Nadine slaagt hier met glans in. Ook een pluim voor de realistisch aandoende actiescènes, vaak aan het strand of in zee, en de romantische en de wat pikantere scènes die geheel zonder clichés worden verwoord. Deze thriller smaakt duidelijk naar meer! 4,5/5 Johanna Lime - 'De wording van Chyndyro' (2015, gratis kort verhaal bij de roman 'Schimmenschuw')24/1/2023 https://www.smashwords.com/books/view/705866
(e-book) https://www.artbooksshop.com/a-74217441/young-adults/schimmenschuw-van-johanna-lime/#description (link naar ‘Schimmenschuw’, de debuutroman waarnaar 'De wording van Chyndyro' verwijst) ‘De wording van Chyndyro’ is een bijzonder verzorgde uitgave. Mooie kaft, prachtige kleurrijke tekeningen van draken binnenin. Dit korte verhaal is in meer dan één opzicht de ideale plek om met het werk van Johanna Lime kennis te maken. De auteur (de facto twee auteurs, Marjo Heijkoop en Dinie Boudestein) laat ons kennismaken met mensen, draken en avatars. Het verhaal schetst de ontstaansgeschiedenis van planeten die in de debuutroman ‘Schimmenschuw’ aan bod komen en ook in later werk (twee trilogieën) nog een rol spelen. Het begin van het verhaal biedt de lezer al meteen een mooi dubbel plaatje. Op de vlakten van de planeet Eibor Risoklany ontspint zich een hevige strijd tussen verschillende groepen van mensen en goden genaamd avatars. Onderwijl kijken hoog in de bergen andere avatars en draken peinzend toe. Belangrijker dan de strijd zelf, die buiten beeld blijft, is de vraag hoe het zover is kunnen komen. Hier toont zich Johanna Limes vaardigheid SF met fantasy te mengen. Mensen met magische gaven werden verstoten op Aarde door de bange meerderheid van gewone lui. De bannelingen moesten een ruimteschip in. Deze magiërs landden op Eibor Risoklany, waar de avatars zich bezorgd over hen ontfermden. Maar dit is het soort verhaal waarin niemand ooit zijn lesje leert. De magiërs streden al gauw in groepen onder elkaar om territorium. (“People are people,” zong Depeche Mode jaren geleden al, nietwaar?) Ze verjoegen daarbij onder andere de draken, die vroeger de volledige aandacht van de avatars genoten. Zo kan het niet verder. De avatars zijn de voortdurende strijd beu. Ze willen een nieuw begin maken voor de welwillenden onder de mensen, en wel op een andere planeet. De draken krijgen hiertoe de opdracht elders in het universum een gloednieuwe wereld te scheppen. Een misverstand leidt tot de creatie van meteen zo maar eventjes vijf nieuwe planeten. En nijd zaait de sporen van alweer nieuw ongenoegen in het jonge planetenstelsel. Er is namelijk één draak, Chimaera, die het er bepaald niet mee eens is dat de mensen alle aandacht krijgen van de avatars. Het is heerlijk om lezen hoe deze zwarte draak de boel in de soep laat draaien. Eerst bij het maken van de planeten, waar hij er lekker voor zorgt dat alle draken in tijdnood komen. (Ja, ook in fantasy en SF zijn er blijkbaar deadlines. Nergens valt eraan te ontsnappen!) Nadien regelt Chimaera hoogstpersoonlijk de verzuring tussen de andere draken en de mensen op hun nieuwe thuisplaneet Chyndyro. Dit korte verhaal toont mooi aan waartoe jaloezie, verkeerde interpretaties en hebzucht kunnen leiden. Niets menselijks is de wezens in ‘De wording van Chyndyro’ vreemd. Bij momenten leest deze vertelling dan ook als een fabel. De levenslessen liggen voor het rapen. Johanna Lime bedient zich van een aangename schrijfstijl. Precieze zinnen waarin acties en werelden uit de doeken gedaan worden. Het verhaal gaat goed vooruit. Toch heb je als lezer nergens de indruk dat het ineens met een rotvaart verder moet. Een leuk tempo dus. Johanna Lime combineert uitstekend moraal, intrige en wereldschepping. En hier valt deze laatste term nu eens waarlijk op te vatten in de meest letterlijke betekenis van het woord. Het spreekt voor zich dat ik nu veel zin heb om de standalone roman ‘Schimmenschuw’ te lezen. Dit wordt dan ook het volgende boek dat ik verlekkerd open… 'Bloedzuigers in de polder' ... kort verhaal 'Dagboek van een Donselaar' (Maarten Luikhoven)24/1/2023 http://www.edge-zero.com/bloedzuigers-in-de-polder/
In 'Dagboek van een Donselaar' van Maarten Luikhoven lijkt de postapocalyptische wereld bedrieglijk eenvoudig. Na een aantal rampen in de heel nabije toekomst (denk aan pandemieën, oorlogen en instorting van de wereldeconomie - het zou zomaar 2023 kunnen zijn) is de wereld ruwweg opgesplitst in mensen, melaatsen en verwilderde dieren. Een groepje mensen verschanst zich in een villa en probeert er stand te houden. Het verhaal bestaat uit dagboekfragmenten van villabewoonster Anne Donselaar in twee grote tijdlijnen. Je denkt als lezer een soort 'The Walking Dead' voorgeschoteld te krijgen, maar naarmate het verhaal vordert, merk je dat het gevaar misschien eerder binnen de groep mensen in de villa schuilt dan daarbuiten. (Heel bijzondere groepsdynamiek!) Er ontwikkelt zich een soort stamgevoel dat alsmaar naargeestiger blijkt naarmate het verhaal vordert. Maarten Luikhoven slaagt met brio in zijn opzet om met bepaalde aanwijzingen het perspectief van de vertelling helemaal op z'n kop te zetten. Met wat voor verteller, wiens gedachtenwereld we op bijna pijnlijk intieme wijze leren kennen, hebben we hier eigenlijk te maken? De aap komt zoals zo vaak pas op het einde van het verhaal uit de mouw. Een meerlagig verhaal dat veel meer stof tot nadenken biedt dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Wat is overleven? Welke offers moeten daarvoor gebracht worden? Ben je nog een individu binnen een stam? Kan manipulatie ook hoofdzakelijk goed zijn? Vragen die ik me na het lezen van de slotzin stelde. http://www.edge-zero.com/bloedzuigers-in-de-polder/
In 'Take it easy' van Rob Geukens, een kort verhaal in de bundel 'Bloedzuigers in de polder' (samengesteld door Mike Jansen), ontdekt de schlemiel Stefan op bizarre wijze de voor- en nadelen van het leven met een parasitaire huisgenoot met de niet zo dreigende naam Walter. (Bij deze een welgemeende sorry aan alle Walters in de Lage Landen die bijklussen als struikrover bij nacht en ontij.) Rob Geukens schrijft vlot en laat humor mooi doorschemeren in zijn levendige verhaal. De raamvertelling light (een collega vertelt over Stefans lotgevallen) werkt goed omdat ze de auteur in staat stelt om vanop afstand Stefans karakter uit te diepen en om commentaar te geven op de lotgevallen van het duo dramatis Stefan+Walter. Net doordat Stefan nauwelijks zelf aan het woord komt en hij de gebeurtenissen vanuit een dubbel perspectief (dat van de collega/verteller en dat van de parasiet) moet ondergaan, komt hij als volkomen machteloos over. De auteur levert doorheen zijn verhaal ook terechte kritiek op het onzekere bestaan in de kantoorjungle, een meedogenloze plek waar hiërarchie een doorslaggevende rol speelt. Je kan je afvragen wat succes en (gespeelde) zelfverzekerdheid nu écht waard zijn in een opgepompte werkomgeving waarin net die waarden zo hoog aangeslagen worden. https://www.quasis.nl/splintersbundel-sciencefiction/
In deze voortreffelijke SF-novelle in de Splinters-reeks van Quasis luidt de centrale zin ‘Niets veranderde, toch was tegelijkertijd niets hetzelfde meer.’ Op basis van deze boeiende premisse waar de paranoia Philip K. Dickiaans afdruipt, construeert Anthonie Holslag vaardig een beklemmende wereld waarin niets is wat het lijkt. Egbert ondervraagt als Wetsdienaar beschuldigden. Vaak gaat het om terroristen. Hij moet bekentenissen zien los te wrikken. Geen ondervragingstechniek is hem vreemd. Hij straalt feilloos autoriteit uit. Waar nodig creëert hij vertrouwdheid. In de kille verhoorruimte waar een televisiescherm voortdurend onheilsberichten braakt, kent hij zijn gelijke niet. En toch … En toch is er iets grondig mis, voelt Egbert. Heeft hij Vera, die hij nu voor zich heeft, niet al eens ondervraagd? En op net dezelfde manier? In een maatschappij waarin mensenrechten nog slechts een verzinsel zijn, ontdekt Egbert langzaam de verschrikkelijke waarheid. Anthonie Holslag trekt je meteen mee het verhaal in. Hij beheerst de kunst met sobere maar trefzekere zinnen een hele wereld op te roepen. Zijn plot is goed doordacht. Van deze auteur wil ik beslist meer lezen. |
AuteurFinn Audenaert Archieven
December 2023
Categorieën |